Massa M heeft een zwaartekracht Mg naar beneden wijzen. De touwhelften moeten dit compenseren zodat de kracht omhoog ook Mg is. Maar omdat de touwen scheef staan hebben ze ook nog (in tegengestelde richting wijzend en elkaar ook opheffende) horizontale krachten. Hoe groot die zijn kun je berekenen met wat goniometrie.  sinus hoek = overstaande zijde/schuine zijde. De spankracht in het andere touw bereken je zelf.  Dat je M niet weet maakt niks uit: dan blijft dat gewoon "M"

Dag Kim,
Ja, een zij-aanzicht tekenen is een goed begin.
Om de som te kunnen maken, moet je aannemen dat touw 1 en 2 even steil zijn.
Teken beide touwen met een hoek van 90º ertussen.
Teken het blok onderaan.
Teken de spankracht F_sp,2=100 N als een pijl van 5 cm langs touw 2.
Construeer de spankracht F_sp,1 van touw 1 en de zwaartekracht F_z.

De situatie is links en rechts hetzelfde → je kunt meteen zeggen hoe groot F_sp,1 is.

Je kunt F_z 'bepalen' door de pijl op te meten in je tekening.
Of je 'berekent' F_z met sinus, cosinus of tangens.
Lukt dat zo?

Je vraagt: 'Moet ik dan Fn en Fz eerst tekenen?'
Een normaalkracht F_n speelt hier geen rol, lijkt me.
Groet, Jaap

…en vanwege de hoek van 90º kun je de zwaartekracht ook berekenen met de stelling van Pythagoras. Zonder sinus, cosinus en tangens.
Groet, Jaap