blokken aan een touw
Saar stelde deze vraag op 12 mei 2022 om 14:47. Dag allen,
Ik snap niet helemaal wanneer een massa wel een kracht uitoefent op een andere massa en wanneer niet. Als een blok duwt aan een ander blok oefent het een kracht uit op die tweede blok. Maar wat als twee blokken of twee massa's verbonden zijn via een touw en met een kracht voortgetrokken worden. Oefent in dit geval blok 1 ook een kracht uit op blok 2 of is er hier enkel de touwkracht die beide blokken voorttrekt?
Reacties
Theo de Klerk
op
12 mei 2022 om 16:25
losse massa,'s trekken elkaar aan via Wet van Newton F = GMm/r2
Als massa m1 massa m2 voortduwt dan is er een externe kracht (hand, spanning in touw) die die voortduwing veroorzaakt
Als massa m1 massa m2 voortduwt dan is er een externe kracht (hand, spanning in touw) die die voortduwing veroorzaakt
Jaap
op
12 mei 2022 om 17:40
Dag Saar,
Laten we aannemen dat op de blokken alleen de getekende kracht F=300 N en de spankracht van het touw werkt. Geen wrijvingskracht.
De blokken, verbonden door het touw, vormen een geheel. Beide blokken krijgen dezelfde versnelling a door de werking van Fres=F=300 N. De totale massa is 60 kg.
De tweede wet van Newton zegt a=Fres/mtotaal=…?
Bij de berekening van de versnelling kunnen we de spankracht van het touw tussen de blokken negeren, want het is een inwendige kracht. Die beïnvloedt de versnelling van het geheel niet.
Voor de spankracht Fsp in het touw tussen de blokken maken we het ons gemakkelijk door alleen naar blok 1 te kijken. Hierop werkt alleen de spankracht Fsp. Dat is tevens Fres op blok 1.
Met de tweede wet van Newton berekent u Fsp=…?
De spankracht van 1 op 2 is even groot als de spankracht van 2 op 1, omdat…?
Groet, Jaap
Laten we aannemen dat op de blokken alleen de getekende kracht F=300 N en de spankracht van het touw werkt. Geen wrijvingskracht.
De blokken, verbonden door het touw, vormen een geheel. Beide blokken krijgen dezelfde versnelling a door de werking van Fres=F=300 N. De totale massa is 60 kg.
De tweede wet van Newton zegt a=Fres/mtotaal=…?
Bij de berekening van de versnelling kunnen we de spankracht van het touw tussen de blokken negeren, want het is een inwendige kracht. Die beïnvloedt de versnelling van het geheel niet.
Voor de spankracht Fsp in het touw tussen de blokken maken we het ons gemakkelijk door alleen naar blok 1 te kijken. Hierop werkt alleen de spankracht Fsp. Dat is tevens Fres op blok 1.
Met de tweede wet van Newton berekent u Fsp=…?
De spankracht van 1 op 2 is even groot als de spankracht van 2 op 1, omdat…?
Groet, Jaap
Saar
op
13 mei 2022 om 10:35
Is de externe F kracht van 300 newton hier ook de resulterende kracht en waarom? Ik snap niet waarom die resulterende=F300N is dat omdat de resulterende kracht altijd volgens de richting van de versneling wijst?
a=300/60 (dus hier moet je beide massa's eerst optellen omdat de externe kracht op beide massa's werkt)? Maar bij de spankracht bv van blok 1 op blok 2 kijk ik enkel naar massa van blok 1? Dus is dat dan 20*10=200N (valversnelling afgerond naar 10). De spankracht van 1 op 2 is even groot als de spankracht van 2 op 1 omdat hier sprake is van actie-reactie, derde wet van newton, ze zijn even groot maar tegengesteld gewoon?
a=300/60 (dus hier moet je beide massa's eerst optellen omdat de externe kracht op beide massa's werkt)? Maar bij de spankracht bv van blok 1 op blok 2 kijk ik enkel naar massa van blok 1? Dus is dat dan 20*10=200N (valversnelling afgerond naar 10). De spankracht van 1 op 2 is even groot als de spankracht van 2 op 1 omdat hier sprake is van actie-reactie, derde wet van newton, ze zijn even groot maar tegengesteld gewoon?
Jaap
op
13 mei 2022 om 10:44
Dag Saar,
"Is de externe F kracht van 300 newton hier ook de resulterende kracht en waarom?"
Ja, omdat er geen andere kracht werkt op het geheel van blok 1 en 2 samen.
"Ik snap niet waarom die resulterende=F300N is dat omdat de resulterende kracht altijd volgens de richting van de versneling wijst?"
Ook in dit geval werkt de resulterende kracht op het geheel in de richting van de versnelling. Beide naar rechts in uw figuur.
"a=300/60 (dus hier moet je beide massa's eerst optellen omdat de externe kracht op beide massa's werkt)?"
Ja, want op dit moment bekijken we de blokken 1 en 2 samen als een geheel.
"Maar bij de spankracht bv van blok 1 op blok 2 kijk ik enkel naar massa van blok 1? Dus is dat dan 20*10=200N (valversnelling afgerond naar 10)."
Inderdaad.
"De spankracht van 1 op 2 is even groot als de spankracht van 2 op 1 omdat hier sprake is van actie-reactie, derde wet van newton, ze zijn even groot maar tegengesteld gewoon?"
Zo is het.
Is deze oefening duidelijk?
Groet, Jaap
"Is de externe F kracht van 300 newton hier ook de resulterende kracht en waarom?"
Ja, omdat er geen andere kracht werkt op het geheel van blok 1 en 2 samen.
"Ik snap niet waarom die resulterende=F300N is dat omdat de resulterende kracht altijd volgens de richting van de versneling wijst?"
Ook in dit geval werkt de resulterende kracht op het geheel in de richting van de versnelling. Beide naar rechts in uw figuur.
"a=300/60 (dus hier moet je beide massa's eerst optellen omdat de externe kracht op beide massa's werkt)?"
Ja, want op dit moment bekijken we de blokken 1 en 2 samen als een geheel.
"Maar bij de spankracht bv van blok 1 op blok 2 kijk ik enkel naar massa van blok 1? Dus is dat dan 20*10=200N (valversnelling afgerond naar 10)."
Inderdaad.
"De spankracht van 1 op 2 is even groot als de spankracht van 2 op 1 omdat hier sprake is van actie-reactie, derde wet van newton, ze zijn even groot maar tegengesteld gewoon?"
Zo is het.
Is deze oefening duidelijk?
Groet, Jaap
Saar
op
13 mei 2022 om 10:52
Deze oefening is helemaal duidelijk, bedankt!
Maar ik ben nu met een andere oefening bezig en hierbij had ik diezelfde redenering gevolgd van actie-reactie dus kracht m1 op m2 is 2N dus is kracht m2 op m1 ook 2N? Uhm maar dat is foute antwoord.
Het maakt toch niet uit hoeveel de massa is ?
Maar ik ben nu met een andere oefening bezig en hierbij had ik diezelfde redenering gevolgd van actie-reactie dus kracht m1 op m2 is 2N dus is kracht m2 op m1 ook 2N? Uhm maar dat is foute antwoord.
Het maakt toch niet uit hoeveel de massa is ?
Saar
op
13 mei 2022 om 10:52
Wat is nu ander bij de bovenste oefening en de laatst toegevoegde? Ik snap het dan toch niet zo goed? Als u mij helpt dan lukt het maar als ik dan een ander oefening probeer en dezelfde redenering volg, is het verkeerd :(.
Jaap
op
13 mei 2022 om 11:10
Dag Saar,
In de afbeelding of bijlage van 13 mei 2022 om 10.52 uur werkt eerst een kracht vanaf links en daarna een kracht vanaf rechts op dezelfde blokken.
Weten we iets over de grootte van deze beide krachten? Of over de versnelling van het geheel in de eerste en tweede situatie? Conclusie?
U schrijft "Als u mij helpt dan lukt het maar als ik dan een ander oefening probeer en dezelfde redenering volg, is het verkeerd."
Dit proces heet "leren" en het duurt jaaaaren. Wees gerust, de volhouder wint.
Groet, Jaap
In de afbeelding of bijlage van 13 mei 2022 om 10.52 uur werkt eerst een kracht vanaf links en daarna een kracht vanaf rechts op dezelfde blokken.
Weten we iets over de grootte van deze beide krachten? Of over de versnelling van het geheel in de eerste en tweede situatie? Conclusie?
U schrijft "Als u mij helpt dan lukt het maar als ik dan een ander oefening probeer en dezelfde redenering volg, is het verkeerd."
Dit proces heet "leren" en het duurt jaaaaren. Wees gerust, de volhouder wint.
Groet, Jaap
Saar
op
13 mei 2022 om 11:22
Er is enkel gegeven dat kracht m1 op m2 2N is. Noch de versnelling noch de externe F is gekend.
Maar welke conclusie neem ik met deze gegevens en op basis van wat?
Oke ja, de ene massa is zwaarder dan de andere, uhm ik weeg 50kg en ik duw tegen iemand van 25kg en dit vergt 2N. Maar als de persoon met massa 25kg tegen mij moet duwen moet deze dubbel zo veel kracht uitoefenen. Formule F=m*a, als F 2 is en massa is m dan moet versnelling 2/m zijn. Als massa 2m is, is kracht dan F=2m*2/m=4 ow nu klopt het wel maar klopt mijn redenering wel?
Maar welke conclusie neem ik met deze gegevens en op basis van wat?
Oke ja, de ene massa is zwaarder dan de andere, uhm ik weeg 50kg en ik duw tegen iemand van 25kg en dit vergt 2N. Maar als de persoon met massa 25kg tegen mij moet duwen moet deze dubbel zo veel kracht uitoefenen. Formule F=m*a, als F 2 is en massa is m dan moet versnelling 2/m zijn. Als massa 2m is, is kracht dan F=2m*2/m=4 ow nu klopt het wel maar klopt mijn redenering wel?
Jaap
op
13 mei 2022 om 11:53
Dag Saar,
• Oefening van 13 mei 2022 om 10:52 uur, oplossing 1.
We weten niet of de versnelling van het geheel in de tweede situatie even groot is als in de eerste. Hierover lees ik niets in de oefening. Stel dat de versnelling in de tweede situatie groter is dan in de eerste. Dat heeft natuurlijk invloed op de gevraagde kracht van blok 2 op 1, maar we weten niet hoeveel invloed. Keuze D is juist.
• Oefening van 13 mei 2022 om 10:52 uur, oplossing 2.
Neem aan dat de versnelling in beide situaties even groot is. Dat heeft u om 11.22 uur stilzwijgend aangenomen. Volgens uw correcte redenering is de kracht van blok 2 op 1 gelijk aan 4 N. Keuze C is juist.
Groet, Jaap
• Oefening van 13 mei 2022 om 10:52 uur, oplossing 1.
We weten niet of de versnelling van het geheel in de tweede situatie even groot is als in de eerste. Hierover lees ik niets in de oefening. Stel dat de versnelling in de tweede situatie groter is dan in de eerste. Dat heeft natuurlijk invloed op de gevraagde kracht van blok 2 op 1, maar we weten niet hoeveel invloed. Keuze D is juist.
• Oefening van 13 mei 2022 om 10:52 uur, oplossing 2.
Neem aan dat de versnelling in beide situaties even groot is. Dat heeft u om 11.22 uur stilzwijgend aangenomen. Volgens uw correcte redenering is de kracht van blok 2 op 1 gelijk aan 4 N. Keuze C is juist.
Groet, Jaap