vertepunt
Anne stelde deze vraag op 10 mei 2022 om 18:21. Hallo,
Ik moet voor een opgave het vertepunt en het nabijheidspunt van een oog zonder bril uitrekenen. Ik loop echter vast bij het berekenen van het vertepunt, aangezien alleen het nabijheidspunt met bril is gegeven.
Jan is bijziend en heeft een brilsterkte van -2,0 dpt, zijn nabijheidspunt met bril is 25 cm.Bereken waar het vertepunt en nabijheidspunt ligt, indien hij geen bril draagt.
Het nabijheidspunt van het oog heb ik op de volgende manier uitgerekend:
S = 1/v + 1/b = 1/Nbril + 1/Noog = -2,0
-2,0 = 1/0,25 + 1/Noog
1/Noog = -2,0 - 4 = -6
Noog = - 1/6 m
Is dit de juiste manier van uitwerken of maak ik hierin een denkfout?
Hierna loop ik echter vast, ik snap niet hoe ik zonder een gegeven vertepunt met bril, een vertepunt zonder bril kan berekenen. Zou iemand mij hierbij kunnen helpen?
Alvast bedankt!
Reacties
Als je met Nbril bedoelt de voorwerpsafstand en met Noog de beeldafstand, beide ten opzichte van het brillenglas, is de beeldafstand correct berekend op –1⁄6 meter. Dat wil zeggen: van een bloem op een afstand van 25 cm maakt het brillenglas een virtueel beeld op een afstand van –1⁄6 meter. Het oog bekijkt niet de bloem, maar het virtuele beeld dat het brillenglas van de bloem maakt. Dat beeld bevindt zich op een voorwerpsafstand v=+1⁄6 meter voor het oog en wordt scherp gezien. Dit is de kleinste afstand waarop het oog zonder bril iets scherp kan zien. Het nabijheidspunt van het oog zonder bril ligt op +1⁄6 meter vanaf het oog, als we de afstand tussen het oog en het brillenglas verwaarlozen.
Jan is bijziend. Zonder bril kan hij een ster niet scherp zien. De voorwerpsafstand v is zeer groot ('oneindig'). Het brillenglas maakt een virtueel beeld van de ster in een brandpunt van het brillenglas. De beeldafstand is b=f=1/S=1/(–2)=–0,50 meter. Het oog bekijkt niet de ster, maar het virtuele beeld dat het brillenglas van de ster maakt. Dat beeld bevindt zich op een voorwerpsafstand v=+0,50 meter voor het oog en wordt scherp gezien. Dit is de grootste afstand waarop het oog zonder bril iets scherp kan zien. Het vertepunt van het oog zonder bril ligt op +50 cm van het oog. Kortom: de vertepuntsafstand zonder bril is –1/S=–1/(–2)=+0,50 meter.
Door te accommoderen kan Jan zonder bril dingen scherp zien tussen 17 en 50 cm.
Groet, Jaap
Voor het vertepunt geldt: Sbril = – 1/vvertepunt.
Als de bedoeling is dat je snel een resultaat moet hebben door deze formules uit het hoofd te leren, dan prima. Maar een foutje is zo gemaakt. Als je er de tijd voor hebt en zou liever op begrip werken, dan doe ik doe het als volgt (is wel een stuk omslachtiger, maar een stuk bevredigender).
Aannames:
* de oogbol is 2 cm in diameter, dus b = 2 cm, of 0,02 m, met én zonder bril.
* de sterkte van oog en bril mag je gewoon optellen (in de praktijk gaat dat niet helemaal op vanwege de afstand tussen brilleglas en ooglens, maar voor deze vraagstukken laat we dat even zitten.)
Eerst nabijheidspunt
Het nabijheidspunt van 25 cm is een afstand waarop je een voorwerp kunt houden en het nog net scherp kunt zien (voorwerpen dichterbij dan 25 cm geven een wazig beeld). Hier heeft het oog zijn maximale sterkte. Had ook 20 cm of 30 cm kunnen zijn. Hier dus 25 cm. Dit is v.
Dat betekent dat Soog + Sbril = 1/0,25 + 1/0,02 , ofwel Soog = 4 + 50 – (–2,0) = +56 dpt.
Zet je de bril af, dan weet je van de formule Soog = 56 dpt en b = 0,02 m (de oogbol verandert bij een mens immers niet van grootte en de 56 dpt hier is de grootste sterkte die je "uit deze ooglens kunt krijgen"). Hieruit haal je de nieuwe nabijheidsafstand vnabij. Met mijn aannames kom je op 16 cm.
Dan nieuwe vertepunt als de bril wordt afgezet.
Het oog accommodeert, dus de Soog zal anders zijn. Sbril nog steeds – 2,0 dpt. Bekend zijn wel voor het vertepunt (met bril op) v = oneindig en b is weer 0,02 m. Dan wordt Soog + Sbril = 1/oneindig + 1/0,02, ofwel Soog = 0 + 50 – (–2,0) = 52 dpt.
Bedenk dat Soog niet verandert als je in de verte kijkt en de bril afzet. De oogspier is geheel ontspannen. Dan wordt het nieuwe vertepunt berekend met Soog = 1/vverte + 1/0,02. In dit geval vverte = 0,5 m of 50 cm.
Dus zonder bril kun je voorwerpen scherp zien tussen 16 cm en 50 cm afstand van je oog.
Met bril is dat tussen 25 cm en oneindig.
Ik heb hierna nog een vraag, nu zet hij namelijk een leesbril over zijn normale bril. Hoe werkt dit dan? Tel je dan de sterktes bij elkaar op?
Jan zet een leesbril over zijn normale heen. Zijn nabijheidspunt komt nu op 12 centimeter te liggen. Bereken hoe sterk de leesbril is.
Zou iemand dit weer kunnen uitleggen?
Alvast bedankt !
Dit lijkt me een goed moment voor je om bij de nieuwe opgave te laten zien wat je hebt geleerd van de vorige opgave. Doe je best!
Groet, Jaap
Stot = s1 + S2 + ... = 1/f1 + 1/f2 + ... (f brandpuntsafstand in meters!)