Verband Energie, Lading en Spanning.

Gabriel stelde deze vraag op 24 april 2022 om 14:13.

 In een examenopdracht ben ik tegen iets aangelopen (HA-1023-a-16-1-o, Radiumbad opdracht 4). De Energie van een atoom was gegeven in elektrovolt, maar dit gegeven moest vermenigvuldigd worden met het elementair ladingsquantum. Ik begrijp dat de energie in elektrovolt gegeven wordt omdat het om hele kleine hoeveelheden energie gaat, en ik begrijp ook dat je dit moet omrekenen naar joule om verder te gaan met de berekening, maar het elementair ladingsquantum heeft als eenheid Coulomb en ik snap niet waar dit vandaan komt, en wat dit te maken heeft met energie. Wat is het verband met energie, lading en spanning? Hoe kan ik begrijpen dat al deze grootheden en eenheden met elkaar te maken hebben? 

Reacties

Jaap op 24 april 2022 om 18:10
Dag Gabriel,
Als een deeltje met een lading q=1 e (elementair ladingsquantum) een spanning U=1 volt doorloopt, verandert de energie van het deeltje met een hoeveelheid ΔE=q·U=1,602·10–19·1=1,602·10–19 J. Deze hoeveelheid energie noemen we 1 elektronvolt (eV).
Zodoende geldt 1 eV=1,602·10–19 J.
Aan deze definitie kun je zien hoe het elementair ladingsquantum in de omrekening komt en wat dit te maken heeft met energie.
De formule ΔE=q·U is leerstof voor het vwo, niet voor de havo.
Overigens, de gegeven energie in mega-elektronvolt is niet de energie van een atoom, maar van de vrijkomende alfadeeltjes en bètadeeltjes.
Groet, Jaap
Jan van de Velde op 24 april 2022 om 21:30

Gabriel

 het elementair ladingsquantum heeft als eenheid Coulomb en ik snap niet waar dit vandaan komt,

 dag Gabriël,

Coulomb is de eenheid van lading.
Een elementair ladingsquantum is de lading van één elektron (of, in positieve zin, één proton) . Dat is gelijk aan 1,602·10–19 coulomb.

Je zou dus ook kunnen stellen dat je   elektronen nodig hebt voor een lading van 1 coulomb.

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zestien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)