Een homogene ladder

Melchior stelde deze vraag op 21 april 2022 om 22:11.

Reacties

Melchior op 21 april 2022 om 22:13
Ik zit vast met onderdeel B
Theo de Klerk op 21 april 2022 om 22:42
En ik in het snappen van de situatie. Een ladder ABC die tegen een muur BC staat en een punt E heeft? Geef eens een tekening van de situatie.
Melchior op 21 april 2022 om 23:41
Jaap op 22 april 2022 om 00:09
Dag Melchior,
b. Gegeven: tan(α)=4⁄3
cos(α)=1/wortel(1+tan(α)²)=1/wortel(1+(4⁄3)²)=1/wortel(25⁄9)=1/(5⁄3)=3⁄5=0,6
sin(α)=tan(α)/wortel(1+tan(α)²)=(4⁄3)/(5⁄3)=4⁄5=0,8
OF α=boogtan(4⁄3)=53,130º → sin(α)=sin(53,130º)=0,8 en cos(α)=0,6
Met goniometrie kun je vinden dat
AC=7,5 m en BC=10 m en AG=2,1 m en GE=2,8 m
Groet, Jaap
Melchior op 22 april 2022 om 00:26
Dank u
Melchior op 23 april 2022 om 03:33
Onderdeel f: kan ik Fw=f.fn>F=Fw/Fn
toepassen?
Theo de Klerk op 23 april 2022 om 07:06
De ladder beweegt niet dus moet wrijvingskracht (die maximaal μFN is) gelijk in grootte en tegengesteld in richting zijn aan de horizontale krachtscomponent van de kracht van de ladder op de grond of vertikaal op de muur.
De andere component van de tegenkracht zorgt ervoor dat de ladder niet door de grond of muur zakt.

Ik begrijp niet wat je met je formule doet.  
Melchior op 23 april 2022 om 08:45
Dus wat wordt mijn wrijvingscoëfficiënt in A en B ?
Theo de Klerk op 23 april 2022 om 10:03
Die weet je niet - de coefficient hoort bij de maximale wrijvingskracht (meer tegenkracht en de ladder gaat schuiven).  Fwrijv max = μFN . Dus  wrijving kan ook minder zijn (als minder nodig is - het compenseert alleen. Anders zou de wrijving de ladder kunnen gaan bewegen richting muur of omhoog - dat gebeurt niet).
Dus μ vind je alleen als de boel nog net niet gaat schuiven. onderstaand alleen de krachten van de ladder. Moet je zelf nog de man op de ladder en het zijkoord erbij tekenen. Plus de krachten daarbij.



En verder is het een kwestie van krachten berekenen via momenten van krachten. Ik heb nu geen zin in rekenwerk.
Jaap op 28 april 2022 om 15:39
Dag Melchior,
1. Je kunt je uitwerking van acde controleren aan de hand van de onderstaande figuur, gemaakt met de afgeronde waarde g=10 m/s². Aangenomen is dat de wrijvingskracht op de ladder in punt A naar rechts werkt en in B naar onder.
Eerder vonden we al AC=7,5 m en BC=10 m en AG=2,1 m en GE=2,8 m.
2. Alternatief: als we aannemen dat de wrijvingskracht op de ladder in punt A naar links werkt en in B naar boven, vind ik geen realistische oplossing voor de spankracht van het koord op de ladder in punt E.
3. Wat betreft f: ik kan de wrijvingscoëfficiënten μ=Fw/Fn alleen berekenen als ik aanneem dat de wrijvingskracht in A en B maximaal is, zodat de ladder in beweging komt als bij voorbeeld de spankracht op de ladder wat groter zou zijn. Hierover zwijgt de opgave. Met die aanname zijn de wrijvingscoëfficiënten
μA=Fw,A/Fn,A=83⁄336=0,247 en μB=Fw,B/Fn,B=1494⁄4351=0,343
Groet, Jaap

Melchior op 02 mei 2022 om 10:03
Hartelijk dank.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft negentien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)