Een race-auto

Bert stelde deze vraag op 19 april 2022 om 01:22.

 Hallo, ik had twee vragen. Stel dat een race auto met een voor-en achterspoiler rijdt, met een constante snelheid. Welke wrijvingskrachten werken dan op de auto? 

En:
Stel dat er iemand springt uit een vliegtuig en hij heeft twee perioden tijdens zijn sprong. Hij heeft een parachute (1) en hij heeft geen parachute (2). Wordt de luchtweerstand in beide perioden steeds hoger? 

Groet,
Bert

Reacties

Jan op 19 april 2022 om 09:35
dag Bert

1) ik ken 3 vaak voorkomende wrijvings/weerstandskrachten.
Jij ook. 
En die werken alledrie op die race-auto.
Bedenk ze eens?

hopelijk heeft de parachutist eerst geen parachute en dan in het tweede deel wel. 

kijken we even naar dat stuk val zonder parachute, je vraagt: "Wordt de luchtweerstand steeds hoger?"

denkvragen: van welke factoren hangt de luchtweerstand af? En hoe veranderen die factoren tijdens die val? 

groet, Jan
Bert op 19 april 2022 om 17:55
Beste Jan, de drie wrijvingskrachten zijn: rolweerstand, schuifweerstand en luchtweerstand. Maar in de vraag stond er; Een raceauto, met voor- en achterspoiler, rijdt met constante snelheid op een rechte weg.
a Welke twee wrijvingskrachten werken op de raceauto?

De luchtweerstand hangt af van de snelheid, frontale oppervlakte, luchtdichtheid en de luchtweerstandcoefficient.

 En er verandert niks tijdens de val behalve de snelheid.

Met vriendelijke groet,
Bert
Theo de Klerk op 19 april 2022 om 18:29

Met 2 wrijvingen gooit men waarschijnlijk, zoals zo vaak, rol- en schuifweerstand op 1 hoop en noemt dat "wrijving".
Dan zijn er 2: een weerstand met de grond (nodig om vooruit te komen bij draaiende wielen en niet slippende banden) en de luchtweerstand.
De beide krachten samen moeten worden gecompenseerd door de vooruitduwende kracht van de motor (banden duwen naar achteren, auto naar voren (3e Wet van Newton) maar vaak samengevat tot "de motor geeft voorwaartse kracht").
Dus Fmotor = Fluchtweerstand + Fwrijving

Bert op 19 april 2022 om 18:49
Ik vroeg me ook af: De kracht F in figuur 2 heeft een grootte van 90 N.
Bereken de component van F langs de x-as als de hoek tussen F en de x-as
650
is. 
Willen ze dat ik bij deze vraag langs de x-as een component teken (en die met soscastoa berekenen). En bedankt voor jullie antwoorden.

Met vriendelijke groet,
Bert
Jaap op 19 april 2022 om 19:09
Dag Bert,
Figuur 2 is (nog) niet zichtbaar.
Je schrijft 'als de hoek tussen F en de x-as 650 is.'
Een hoek van 650? 650 graden, 650 radialen, 65º …?
Bij de opdracht 'Bereken' is tekenen raadzaam, maar niet vereist.
Het ruikt inderdaad naar soscastoa.
Groet, Jaap
Bert op 19 april 2022 om 19:23
Beste Jaap, ik bedoelde 65 graden.
Willen ze dan in dit geval dat ik een lijn trek langs de x-as en die dan met soscastoa bereken?

Net vriendelijke groet,
Bert
Jaap op 19 april 2022 om 19:33
Dag Bert,
Ja, teken de component van F langs de x-as als een pijl en bereken de grootte met soscastoa.
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zestien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)