IO, I0 of I₀ ? (geheel links naar de 6V batterij)

In lus 1 zie ik wel iets geks: spanningen kun je optellen en in een lus is dit altijd 0 V (Wet van Kirchhoff) maar spanningen en stromen kun je niet optellen.

Met de symbolen cirkel (een spanningsbron? meestal zijn cirkels meetapparaten als voltmeter en amperemeter) en ruiten ben ik niet bekend in schakelschema's.

I0(het pijltje onder de 6V batterij). Ik tel ook alleen maar spanning op maar als de weerstand 1k is dan is U= I*R =I

>maar als de weerstand 1k is dan is U= I*R =I
Da's nooit waar (spanning ≠ stroomsterkte) maar zelfs als je alleen naar de waarden zonder grootheid zou kijken, dan is 1 V = 1 mA x 1 kΩ  alleen als de stroomsterkte 1 mA is.

De weerstand is niet 1 Ω maaar 1000 Ω dus als  1000 I = 1 V dan moet de stroomsterkte 0,001 A = 1 mA zijn

Ok maar hoeveel kom je dan uit?

Waaruit?  I = 1 mA als U = 1 V en R = 1 kΩ

Hoeveel is I0 ?

Geen idee zolang ik niet snap wat cirkels en ruiten voorstellen.

Cirkel met + en - is een gewone stroombron. een ruit met + en - is een afhankelijke spanningsbron en ruit met een pijl is afhankele stroombron.

Dag Mike,
a. Wat is de rode ruit bovenaan: een spanningsbron of zoiets?
Wat betekent de 2·I_x erbij?
b. Wat is de rode ruit rechts: een spanningsbron of zoiets?
Wat betekent de 2·V_x erbij?
c. Is de rode cirkel links een gelijkspanningsbron van 6 V?
Groet, Jaap

a) een stroombron en 2Ix is de stroom
b) spanningsbron en de spanning is 2Vx
c) ja

Het kan.Laat anders even weten wanneer je I0 hebt.
Het boek geeft als oplossing voor Vx 2.4 V maar dat kan fout zijn aangezien de oplossingen vol fouten staan.

> Laat anders even weten wanneer je I0 hebt.
Your wish is my command

Zo werkt het misschien bij Aladdin maar niet hier.

Dag Mike,
Je uitwerking van 17 april 2022 om 17.52 uur begrijp ik niet. Je berekende stroomsterkten van enkele ampère lijken nogal hoog, gelet op de spanningen van enkele volt en weerstanden van 1000 ohm.
In mijn uitwerking neem ik, al dan niet correct, het volgende aan. Er kunnen verschillen zijn tussen de door jou en mij gebruikte namen van stroomsterkten enzovoort.
De weerstand rechts boven noem ik R₁ en hierdoor loopt I₁.
De weerstand links boven noem ik R₃ en hierdoor loopt I₃.
De middenweerstand noem ik R_x en hierdoor loopt I_x.
De rode ruit bovenaan is een spanningsbron met spanning V₁ en hierdoor loopt een stroom 2·I_x.
De rode ruit rechts is een spanningsbron met een spanning 2·V_x=2·1000·I₃ en hierdoor loopt I₂.
De rode cirkel is een spanningsbron met een spanning van 6 V en hierdoor loopt I₀.
Zes onbekenden: I₀, I₁, I₂, I₃, I_x en V₁. (V_x is al uitgedrukt in I₃·R₃.)
Kirchhoff: drie kringvergelijkingen voor spanningen en drie knooppuntvergelijkingen voor stroomsterkten.
Oplossing #1: I₀=0 A (stroomloos),
I₁=18 mA door R₁ naar rechts,
I₂=6 mA door spanningsbron 2·V_x naar onder,
I₃=12 mA door R₃ naar rechts,
I_x=6 mA door R_x naar boven,
2·I_x=12 mA door spanningsbron V₁ naar links,
V₁=30 V met de pluspool aan de linker zijde.
Groet, Jaap

Het kan kloppen maar het lijkt mij niet waarschijnlijk dat er geen stroom over de bron staat. Anders kan de bron toch niet functioneren ?

Spanning staat over een bron, stroom loopt door een bron (voor bron kan ook weerstand gelezen worden)

Dag Mike,
Het lijkt erop dat over de linker spanningsbron dezelfde spanning staat als over de weerstanden R₃ links en R_x midden en dat de bron stroomloos is. Is dat bezwaarlijk?
Reken alles maar na en meld het als een van de Kirchhoff-vergelijkingen niet klopt.
Groet, Jaap

Ok bedankt.

Ben je zeker dat het klopt?

Dag Mike,
De uitkomsten zijn niet belangrijk.
Het gaat erom dat je leert hoe je zo'n opgave kunt oplossen.
Ga na of je deze waarden zelf kunt berekenen en ga na of ze voldoen aan de gegevens.
Groet, Jaap

Ja ik heb hem proberen oplossen maar je zegt dat je er niet aan uit kan.

Dag Mike,
Wat bedoel je met 'je zegt dat je er niet aan uit kan'?
Groet, Jaap

Je zegt dat je mijn uitwerking niet begrijpt.

Daar staan mijn kirchof vergelijkingen in elke lus + extra vergelijkingen

Dag Mike,
Zonder je Kirchhoff-vergelijkingen:
ga na of de bovengenoemde stroomsterkten bij elk knooppunt nul opleveren;
ga na of de genoemde bronspanningen en de spanningen over de weerstanden (U=I·R) in elke kring nul opleveren.
Groet, Jaap