Verticale worp

Maxime stelde deze vraag op 29 maart 2022 om 23:06.

Hallo iedereen

Ik zit vast bij een proef die ik probeer te maken.
Ik gooi een bal omhoog en die keert terug na een bepaalde tijd, ik moet de maximale hoogte van deze bal berekenen.

Hoogte van waar de bal gegooid wordt is 1,68m
Tijd totdat de bal op de grond valt (0m) is 2,57s
g = 9,81m/s^2 

Reacties

Jan van de Velde op 29 maart 2022 om 23:11
dag Maxime,

en wat had je intussen wèl al bedacht, en waarop ben je dan vastgelopen? Dan kunnen we je van daar af verder helpen.

Groet, Jan
Theo de Klerk op 29 maart 2022 om 23:12
kijk eens bij versnelde bewegingen en de formule y(t) = 1/2 gt2 en kijk eens hoe in tijdspanne t je op het hoogste punt komt en na nog eens t seconden weer op de grond
Maxime op 29 maart 2022 om 23:17
Hey Jan

Ik snap eigenlijk niet goed hoe ik eraan moet beginnen, zit ongeveer een uur naar mijn blad te staren en allerlei dingen in mijn hoofd te proberen.
Jaap op 29 maart 2022 om 23:36
Dag Maxime,
'Dingen in je hoofd proberen' is dikwijls niet erg vruchtbaar. Advies: teken een grooooot zij-aanzicht en zet daar je gegevens en formules in.
Als we mogen aannemen dat de luchtweerstand verwaarloosbaar is…
Omhoog is de afstand van het vertrekpunt tot de top s1=½·g·t1²  (#1)
(dit geldt als je 'de film terugdraait' van de top tot het vertrekpunt)
Omlaag is de afstand van de top tot de grond s2= s1+1,68=½·g·t2²  (#2)
En het verband tussen t1 en t2 is… ?
Groet, Jaap
Maxime op 30 maart 2022 om 00:05
Dit is wat ik nu heb.
Jaap op 30 maart 2022 om 00:13
Dag Maxime,
Je beginsnelheid v0=11,95 m/s is juist.
Hoeveel seconde heeft de zwaartekracht nodig om de bal vanaf het vertrekpunt af te remmen tot rust, bij de top?
Hoe groot is de gemiddelde snelheid van het vertrekpunt tot de top?
Hoe groot is de afstand van het vertrekpunt tot de top?
Groet, Jaap
Maxime op 30 maart 2022 om 00:22
Ik ga er morgen aan verder werken! 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zeventien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)