instabiele istopen

Ümit stelde deze vraag op 29 maart 2022 om 19:16.

 
ik heb nooit iets geleerd over zo een soort diagram zou iemand mij dit kunnen uitlggen?

Reacties

Theo de Klerk op 29 maart 2022 om 20:28
In het diagram is het aantal protonen (x-as) tegen neutronen (Y-as) uitgezet. Zo vind je ook in BiNaS en vrijwel elk leerboek zo'n diagram, dus je hebt het misschien niet geleerd, maar wel gezien. En zelfs indien niet, dan kun je toch nog wel zelf nadenken over mogelijke antwoorden. Niet altijd alles is voorgebakken geleerd.

De tekst geeft al aan dat een kern in positie 1 niet een alfadeeltje zal uitzenden (de x-waarde wordt 2 kleiner, de Y-waarde ook) omdat daardoor niet dichter bij de rode band van stabiele deeltjes wordt gekomen. Dat is wel altijd het streven van radioactieve isotopen (natuurkundig betekent het dat een configuratie in de rode band een aantal protonen en neutronen heeft dat energetisch de laagste en daarmee stabielste waarde heeft).

Bij isotoop op plaats 2 is de vervalreactie er eentje die de isotoop van punt 2 naar de rode band toe beweegt (misschien niet in een keer, maar na een herhaald aantal vervallen: een vervalreeks).
Naar de rode band toe betekent naar links bewegen. Dat betekent dat er protonen weg moeten (of omgezet naar een neutron en een anti-elektron waardoor beta-plus-verval optreedt. Of 2 ladingen door een heliumkern (alfadeeltje) uit te zenden - al gaan dan ook 2 neutronen mee).
Bekijk eens wat de bekende vervalprocessen doen:
  • betaverval:  negatieve lading uit de kern, de Z-waarde van de kern neemt met 1 toe, N waarde 1 af
  • K-vangst: opname elektron in de kern. Daarmee wordt een proton tot neutron geneutraliseerd. Dus N 1 omhoog, Z 1 omlaag.
  • alfaverval:  2 negatieve ladingen en 2 neutronen uit de kern, Z waarde 2x kleiner, N waarde ook
  • gammaverval: alleen energie. Noch lading noch neutronenverandering
  • betaplus verval: positieve lading uit de kern. Z-waarde neemt met 1 af
Jaap op 29 maart 2022 om 20:48
Dag Ümit,
Stabiele kernsoorten liggen in de rode band. Die loopt steeds steiler omhoog, want als het aantal protonen Z toeneemt, zijn er in verhouding meer neutronen nodig om de kern bijeen te houden en verval te vermijden. Kernsoorten die ver naast de rode band liggen, zullen vroeg of laat vervallen door uitzending van een α-deeltje, een β-deeltje (elektron) of een β+-deeltje (positron) of door een elektron uit de elektronenwolk op te nemen (K-vangst). Bij dit verval komt de kern dichter bij de rode band te liggen.
Kijk eens naar het diagram in het groene kader: daar is α-verval aangeduid met een diagonale pijl naar links onder. Ligt de kern aan het eind van die pijl dichter bij de rode band dan het begin van de pijl? Zo ja, dan helpt α-verval de kern om stabieler te worden. Zo nee, dan is het minder waarschijnlijk dat deze kernsoort α-verval vertoont.
Het zijn vooral zware kernsoorten die α-verval vertonen. Daar loopt de rode band steiler omhoog. Neem een kern rechts naast het hoge uiteinde van de band. Als vervalt door een α-deeltje uit te zenden, komt hij via zo'n diagonale pijl naar links onder dichter bij of in de rode band. Voor zo'n kern is het 'aantrekkelijk' om een α-deeltje uit te zenden.
Groet, Jaap
Ümit op 29 maart 2022 om 21:44
dank jullie wel voor jullie antwoord en feedback. 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)