dag Knipoog,

Het is nog net niet donker. Ik hoop dat er een speeltuin bij jullie in de buurt is. Neem wat verschillende ballen mee en laat die van de glijbaan af rollen. Klokje meenemen. Meet de tijd die elke bal nodig heeft om beneden te geraken (immers, hoe korter die tijd, hoe groter de versnelling) . En dan krijg je als het een beetje wil een heel aardig antwoord op de vraag:

 Groet, Jan

Dag ;),
Als er geen wrijving of luchtweerstand is, heeft de massa geen invloed op de versnelling.
De versnelling a wordt veroorzaakt door de zwaartekracht F_z=m·g
Omdat je schuin langs de glijbaan glijdt en niet verticaal valt, is de resulterende kracht op jou niet m·g maar F_res=getal·m·g met getal is iets tussen 0 en 1.
Gevolg: als je massa m groter is, ondervind je ook een grotere F_res.
Maar het is moeilijker om een grote massa te versnellen.
Deze twee effecten heffen elkaar op, zodat een kleine en een grote massa een even grote versnelling krijgen.
Formules: F_res=m·a → a=F_res/m=(getal·m·g)/m → a=getal·g
zodat de versnelling niet van de massa afhangt.
Groet, Jaap