Spankracht golfsnelheid rangschikken

Stefaan stelde deze vraag op 18 december 2014 om 14:54.

hey,
Rangschik de golfsnelheid van groot naar klein: (de opgave staat ook hier Engels + fig) 
http://www.prenhall.com/divisions/esm/adv/marketing_websites/TIPS/tipsfolder2/rankingtask/files/09_WAVES/wave132.pdf

A   T=2N  f=500hz                             B  T=8N   f=500Hz

C   T=5N f=300Hz                            D  T=6N   f=300Hz

E    T=2N  f400Hz                              F  T=5N   f=200Hz


Ik heb geen indien hoe je dat op moet oplossen? Want men spreek hier van spankracht en ik hiervoor geen formule voor. Of moet ik dit negeren?
v= lamda*f

Bijlagen:

Reacties

Jan van de Velde op 18 december 2014 om 16:53
dag Stefaan,

Elke gitarist zal je bevestigen dat je die spankracht zéker niet mag negeren. 
Dit hele verhaal staat ook wel bekend als "proef van Melde". 

Mooie uitleg over dit onderwerp vind je op Hyperphysics

Ben je hiermee al op weg geholpen?

Groet, Jan




Stefaan op 18 december 2014 om 21:28
Goed, ik kom al een stapje dichter bij. Maar kan nog altijd niet aan die bepaalde waarde komen van elke situatie.

Formule:

v = √(T / (m/L) )

v = f . 2.L

f = ( √(T / (m/L))  ) / (2 L)

Maar is er geen formule dat de spankracht en frequentie vertegenwoordigd? (om de golfsnelheid te vinden)
Jan van de Velde op 18 december 2014 om 22:48

Stefaan plaatste:


Maar is er geen formule dat de spankracht en frequentie vertegenwoordigd? (om de golfsnelheid te vinden)
De laatste van de drie die je uittypte bevat beide grootheden? 

Stefaan op 18 december 2014 om 23:42

Jan van de Velde plaatste:

Stefaan plaatste:


Maar is er geen formule dat de spankracht en frequentie vertegenwoordigd? (om de golfsnelheid te vinden)
De laatste van de drie die je uittypte bevat beide grootheden? 

Ja, maar ik moet de golfsnelheid (v) vinden dus als ik de laatste formule en de voorlaatste samen voegd gaat die f weg.

Jan van de Velde op 19 december 2014 om 20:05
Dag Stefaan,

Het spijt me geweldig, maar ik heb je op het verkeerde been gezet. 

Ik heb de vraag oorspronkelijk gelezen als identieke snaren. Bij gelijke lengte móet de variatie in toon dan wel in de spankracht zitten. Maar dat is suf van me, ze zijn niet geheel identiek als alleen in lengte. 

De vraag is inderdaad simpel op te lossen door golflengte en frequentie met elkaar te vermenigvuldigen. Er wordt expliciet gezegd dat de snaren dezelfde lengte hebben, maar er wordt niet gevraagd de absolute golfsnelheid op elke snaar te berekenen, slechts om de snelheden op volgorde te rangschikken. Veronderstel de lengte van elke snaar dus 1 m, waardoor snaar A een relatieve golfsnelheid v=λf = 0,2 x 500 = 100 m/s krijgt. En zo verder voor de andere 5 snaren.

Nogmaals mijn excuses, Jan
Stefaan op 20 december 2014 om 19:26

Veronderstel de lengte van elke snaar dus 1 m, waardoor snaar A een relatieve golfsnelheid v=λf = 0,2 x 500 = 100 m/s krijgt. En zo verder voor de andere 5 snaren.

Ik snap nog altijd niet. Waar komt die 0,2?

Dus je gebruik dit spanakracht niet? of zit dat in die 0,2?

 

De oplossing wat in de boek sta is dit: (grootste snelheid) B>F>D>A=C>E (kleinste snelheid)

Jan van de Velde op 20 december 2014 om 22:25
als men noteert v = λf = 0,2 x 500 dan is het een goede gewoonte om de getallen ook in volgorde van de symbolen in de formule in te vullen. 
Met 0,2 bedoel ik dus de golflengte, met 500 de frequentie. 

Denk erom, ik ken de ware golflengte niet. Maar omdat alle snaren even lang zijn, ken ik wel de verhoudingen tussen de golflengten op alle snaren. Noem dat voor mijn part de relatieve golflengte. 
Als ik voor de lengte van de snaren 1 m neem, zie ik dat er op snaar A 5 hele golven passen. de lengte voor 1 golf is dan 0,2 . Op snaar B is dat 0,5 m. 
En dat geeft dan een golflengte in m/s voor snaren van 1 m. We weten niet of ze werkelijk 1 m lang zijn, maar dat is in deze vraag onbelangrijk. Als we ze allemaal 2 m lang veronderstellen verdubbelt de golflengte die we aflezen, en verdubbelt dus ook overal de golfsnelheid, en blijft de volgorde van golfsnelheden dus precies hetzelfde. Meer wordt hier niet gevraagd. 

En ik gebruik de spankracht inderdaad niet. Zoals ik eerder zei, in de suffigheid was in het begin de werkelijke toestand van de snaren (die ik identiek veronderstelde op de spankracht na) niet goed tot me doorgedrongen. Want alleen de lengte is indentiek. Voor de rest moeten er wel verschillende snaren in zitten; we zouden nu met behulp van de gegeven spankracht en de berekende snelheid de massa per meter van elke snaar kunnen bepalen. Daarvoor zouden we de eerste formule uit jouw bericht van 18 december 21:28 kunnen gebruiken. 

Nu duidelijk? En nogmaals excuses voor de initiële verwarring

Groet, Jan

Stefaan op 20 december 2014 om 23:15

Jan van de Velde plaatste:

Als ik voor de lengte van de snaren 1 m neem, zie ik dat er op snaar A 5 hele golven passen. de lengte voor 1 golf is dan 0,2 . Op snaar B is dat 0,5 m. 

Dag Jan,

Ik begrijp niet waar je die 5 golven haalt? maak gebruik van dit f=1/T

Voor A doe je 1m/5golven = 0,2m   (freq 500hz) Oké
Ik zou voor B hetzelfde doen maar jij komt op 0,5m

 

PS: Je moet u excuse niet aanbieden Jan, iedereen maakt fouten. We zijn maar mensen :-)

Jan van de Velde op 21 december 2014 om 00:04

Stefaan plaatste:

Jan van de Velde plaatste:

Als ik voor de lengte van de snaren 1 m neem, zie ik dat er op snaar A 5 hele golven passen. de lengte voor 1 golf is dan 0,2 . Op snaar B is dat 0,5 m. 

Ik begrijp niet waar je die 5 golven haalt? 

Stefaan op 21 december 2014 om 16:07

Ahh natuurlijk ik moest naar die tekening zien :-)

Ik heb het gevonden en de oplossing klopt!
Bedankt Jan!

PS:Nog prettige feestdagen!

Jan van de Velde op 21 december 2014 om 17:02
insgelijks 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft vier appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)