Gamma straling is energie die vrijkomt als na een radioactief verval de resulterende kern nog niet in zijn laagst mogelijke energietoestand zit: dan "vervalt" hij nog verder door die energie uit te stralen. Het aantal protonen en neutronen verandert daarbij niet.
Dus als bij een verval de eindtoestand meteen bereikt wordt, volgt er geen gammastraling.
Als een aangeslagen toestand wordt bereikt, vervalt de kern naar de eindtoestand door de energie in de vorm van een gamma-deeltje / gamma-straling alsnog uit te zenden.
Welke situatie van toepassing is bij een verval wordt experimenteel bepaald en staat voor een aantal vervalmogelijkheden in BiNaS. Zo'n verval kan dus wel of geen gamma-straling opleveren.

Zo kan B-12 (borium) meteen naar C-12 (koolstof) vervallen door een elektron uit te zenden (en een anti-neutrino) en 13,4 MeV energie te verliezen. Of het kan datzelfde elektron minder energie geven (9,0 MeV tussen elektron en anti-neutrino) en in een aangeslagen toestand van de koolstofkern terecht komen (aangeduid met een * zoals C*) maar vervalt dan verder door ook nog een gamma-deeltje van 4,4 MeV uit te zenden. Dat "tweetrapsverval" levert uiteindelijk precies even veel energie op: 13,4 = 9,0 + 4,4