Bepalen warmtecapaciteit

Mattie stelde deze vraag op 24 februari 2022 om 19:31.

Hallo,
Ik heb de afgelopen keer een practicum gedaan tijdens de les, maar ik heb een vraagje over het uitwerken van de proef. 

We moeten de warmtecapaciteit uitrekenen van een caloriemeter. 

We hebben tijdens het practicum 200 ml water opgewarmd voor 25 minuten. 

12 V 0,97 A
Ik vraag me af of mijn berekening klopt. 
Qtoegevoegd = Qafgevoerd
1500 (25 min) x 0.97 x 12 = 4180 x 0.2 x 19.8 + 19,8 x c 
Dit heb ik uitgerekend en kom dan uit op: c ≈ 45.8182
Is de berekening die ik hiervoor heb gebruikt correct? 

Alvast bedankt

 

Reacties

Mattie op 24 februari 2022 om 19:44
Correctie: I= 1.05 A 
antwoord komt dan uit op:
c ≈ 118.5455
Jan van de Velde op 24 februari 2022 om 19:44
Dg Mattie,

Op één ding na helemaal correct: er staat geen eenheid bij je antwoord :(
NB, dit was voor het antwoord van vóór de aanpassing van de stroomsterkte. Die tweede heb ik niet nagerekend, maar als je dezelfde aanpak gebruikte zou dat best kunnen kloppen

Wel nog: die eenheid hè


Groet, Jan
Mattie op 24 februari 2022 om 19:53
Bedankt voor uw antwoord.
Ik zal de eenheid er inderdaad even achterzetten, klopt het dat deze J/kg/K is?
Jan van de Velde op 24 februari 2022 om 20:03
Nee, J/(kg·K)  is voor de soortelijke warmtecapaciteit van een stof, een stofeigenschap. 

In dat stukje formule voor die calorimeter (c·ΔT)zit geen massa. In de eenheid voor de warmtecapaciteit van zo'n voorwerp zit dus ook geen kg : J/K . Ofwel, hoeveel joule is nodig voor één graad temperatuurstijging van dat apparaat. 

Groet, Jan
Jaap op 24 februari 2022 om 23:24
Dag Mattie,
De waarde 119 J/K is correct berekend.
Details: het symbool voor de warmtecapaciteit is C. Niet c, dat is de soortelijke warmte.
En in het Nederlandse taalgebied gebruiken we een decimale komma, geen punt.
In de loop van 25 min is er zeker wat warmte naar de omgeving gelekt. Is daarom de werkelijke warmtecapaciteit hoger of lager dan C=119 J/K?
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zeventien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)