Wrijving: 2 blokken

Eli stelde deze vraag op 12 februari 2022 om 16:42.

Beste ik heb een vraag over een oefening ivm wrijving. 
Op het linkerblok werkt een horizontale kracht F. Deze kracht veroorzaakt een versnelling a. De wrijvingscoëfficiënt tussen beide blokken bedraagt mu. 
Het rechter blok glijdt niet naar beneden als:
A: a>µ*g   
B: a<µ*g
C: a>g/µ
D: a<g/µ

Kunt u mij helpen?

 

Reacties

Jan van de Velde op 12 februari 2022 om 16:51
dag Eli,

We kunnen zeker helpen.

Vertel eens waar je op vastloopt?
Enneh, we gaan zo te zien niet zonder een afbeelding kunnen waarin die situatie met blokken nader wordt uitgeduid.
Upload dat eens? 

Groet, Jan
Eli op 12 februari 2022 om 17:04
Dag Jan
Ik weet niet hoe ik aan de oefening moet beginnen.
Jan van de Velde op 12 februari 2022 om 17:10
er werken op dat rechterblok drie krachten
  • de normaalkracht naar rechts, met een versnelling a
  • de zwaartekracht naar onder, met een (val)versnelling g
  • de wrijvingskracht tussen beide blokken naar boven, 
Dat rechterblok zal niet naar beneden gaan vallen/glijden als de wrijvingskracht minstens even groot is als de zwaartekracht

Ken je de relatie/verband/formule voor wrijvingskracht tussen twee oppervlakken?

Groet, Jan
Eli op 12 februari 2022 om 17:30
Fn maal mu?
Jan van de Velde op 12 februari 2022 om 17:38
dat ja.

Fz = mg
Fn = ma (in dit geval)
Fw= µFn

maar voordat je gaat substitueren en rekenen: 
Daarvoor duw je in gedachten zelf tegen die twee blokken, met kleinere en grotere versnellingen a.
Wanneer glijdt dat blok wél naar beneden?
Welke twee antwoorden doen dus sowieso niet mee?
Eli op 12 februari 2022 om 17:43
Het juiste antwoord is c
A en b kan niet
Jan van de Velde op 12 februari 2022 om 17:53

stel je maar eens voor dat je heel sloom duwt tegen die blokken: dat rechtse blok blijft dan toch nooit plakken? 
sterker, " a< ... " betekent voor alle waarden van a kleiner dan .....   en dat zou dus ook moeten gelden bij a = 0 . En als je NIET duwt weet je zeker dat dat blok naar beneden glijdt, duhh. 

Dus nee, b en d kunnen niet.  

Maar hoe kom jij nu bij c?

je kunt gaan substitueren in de formules die ik eerder gaf, of je kunt weer redeneren: glijdt iets makkelijker of moeilijker bij een grote wrijvingscoëfficiënt? 
en dus a of c?
Eli op 12 februari 2022 om 18:12
Fz=Fw
mg*=Fn*µ
m*g=m*a*µ
a=g/µ

Dus c
Jan van de Velde op 12 februari 2022 om 18:15
sjuust

beter nog:
Fz<Fw
mg*<Fn*µ
m*g<m*a*µ
a>g/µ

succes verder,
Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft tweeëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)