Dag Thomas,
De rollende beweging van een hockeybal over een horizontale ondergrond wordt vooral beïnvloed door de rolweerstandskracht F_r of kortweg rolweerstand. In het "zuivere" geval geldt F_r=C_r·F_n met F_r is de rolweerstandskracht (in N), F_n is de normaalkracht (in N) van de ondergrond op het rollende ding en C_r (ook wel aangeduid als f) is de rolweerstandscoëfficiënt (geen eenheid). Dat wil zeggen: de rolweerstandskracht is recht evenredig met de normaalkracht. Zo lang het ding rolt over een horizontale ondergrond, is de normaalkracht even groot als de zwaartekracht op het ding.
De waarde van C_r hangt af van de materialen van het rollende ding en de ondergrond en hun hoedanigheid (precieze vorm, gladheid,…). Een benadering van het "zuivere" geval is een stalen kogel die rolt over een gladde, vlakke stalen plaat. Bij een hockeybal die rol over een grasmat, zal C_r van plaats tot plaats verschillen en kan men beter spreken van een gemiddelde F_r over een zekere afstand.
De rolweerstandskracht wordt zonder formule genoemd in een officieel examendocument (de syllabus) van havo en vwo in Nederland. De formule staat niet in Binas.
Zie verder https://nl.wikipedia.org/wiki/Rolweerstand
maar daar heb je natuurlijk zelf ook al gekeken ;-)
Bij een rollende bal speelt de luchtweerstandskracht een ondergeschikte rol.
De normaalkracht en de zwaartekracht heffen elkaars werking op.
De vraag hoe je dit in een verslag kunt verwerken, laat ik rusten.
Groet, Jaap