stijg- en valtijd

Robert stelde deze vraag op 19 januari 2022 om 16:19.

Hallo allemaal, 

Voor een opdracht over bewegingen kom ik niet verder. De antwoorden zijn gegeven maar ik kom er niet achter waaróm de antwoorden zo zijn.

De opdracht stelt:
Een bal wordt rechtstandig omhoog gegooid met en snelheid van 20 m/s; op het moment van loslaten is de bal 2m boven de grond (g=10m/s2)
a) Hoe groot is de stijgtijd? = 2 sec (20 m/s : g?) 
b) Hoe groot is de stijghoogte? = 20 meter 
c) Hoe groot is de valtijd? = 2,1 sec (vooral deze snap ik niet..)
d) Met welke snelheid komt de bal op de grond? = 21 m/s (Als Vt=Vo+at de formule is, dan snap ik deze. 21=0+10x2,1)

Kunnen jullie helpen met de uitleg waarom de andere vragen zijn zoals ze zijn?


Reacties

Theo de Klerk op 19 januari 2022 om 16:38
Deze vraag komt wel eens vaker terug en blijkbaar worden den bewegingsvergelijkingen of  energievergelijkingen in deze gevallen ingewikkeld ervaren.

De bewegingsvergelijking is   h(t) = - 1/2 gt2 + v0t + h(als we alle bewegingen naar boven positief nemen)
De snelheidsvergelijking is  v(t) = -gt + v0
h0 = 2 meter,  g = 9,81 m/s2, v0 = 20 m/s  volgens je gegevens

a) Als de bal op zijn hoogste punt is, hoe groot is dan de snelheid v(t) ?  Dan weet je de stijgtijd.
b) Als je de tijd kent, kun je h(t) voor die tijd invullen en weet je de hoogte op dat moment
c) Daarna moet de bal vallen (tot op de grond neem ik aan, dus 2 m lager dan waarvandaan weggegooid) . Je weet wat die hoogte (+die 2 meter) is, dus je kent h(t)=hoogte en dan kun je  t uitrekenen (abc of wortel-formule)
d) als je t berekend hebt uit c dan weet je ook wat v(t) op dat moment is

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft tweeëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)