zuinig met energie

Kiki-Anne stelde deze vraag op 12 januari 2022 om 20:32.

 ik heb de volgende opdracht gekregen: 

De studenten hebben de Nuna (auto op zonnenergie) zo ontworpen dat hij felle zon met een constante snelheid van 100 km/h kan rijden, zonder een accu te gebruiken. De Nuna is aan de bovenkant bedekt met zonnecellen met een rendement van 26%. Als de zon fel schijnt, heeft het zonligt per m2 zonnecel een vermogen van 1,0 kW. Neem aan dat het rendement van de elektromotor 100% bedraagt. 

Bereken de oppervlakte die de zonnecellen minimaal moeten hebben om aan de ontwerpseis van de studenten te voldoen. 

Nu is mijn vraag, hoe kan ik dit berekenen? 

Reacties

Jaap op 12 januari 2022 om 20:50
Dag Kiki-Anne,
In de oorspronkelijke opgave staat ook nog dat de rolweerstand op de auto verwaarloosbaar is en dat voor de luchtweerstand geldt  Fw,lucht=0,058·v² met v is de rijsnelheid in m/s.
Wat wil de "constante snelheid" zeggen over de horizontale krachten op de auto?
Ken je een formule voor het verband tussen de door de motor ontwikkelde kracht op de auto, de snelheid en het nuttig vermogen van de auto?
Groet, Jaap
Kiki-Anne op 13 januari 2022 om 16:13
Hallo Jaap, 

Ik zou deze formule niet zo weten, maar volgens mij weet u deze wel :)
Jaap op 13 januari 2022 om 16:18
Dag Kiki-Anne,
Net als bij het centraal examen is Binas je vriend.
Zoek eens in tabel 35: iets met kracht, snelheid en vermogen…
Groet, Jaap
Kiki-Anne op 13 januari 2022 om 16:23
De formule Pmoter = Fmotor x v?
Jaap op 13 januari 2022 om 16:31
Dag Kiki-Anne,
Ja, deze formule kun je gebruiken.
Hierin is Pmotor dan het door de motor nuttige geleverde vermogen, niet het opgenomen elektrisch vermogen. In dit geval is het nuttige vermogen even groot als het opgenomen vermogen, omdat…?
Groet, Jaap
Kiki-Anne op 13 januari 2022 om 16:45
Uuuh :)
Jaap op 13 januari 2022 om 19:34
Dag Kiki-Anne,
Heb je wel voldoende gegevens ontvangen in de opdracht?

Jij bent aan zet nu…
Groet, Jaap

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft tweeëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)