Wetten van kirchhoff

Tim stelde deze vraag op 30 juni 2021 om 16:12.

 Weet iemand of bij de bijlage het rondje b -> c -> d -> b klopt volgens de wet van kirchhoff en het rondje a-> b-> c-> d-> a

Reacties

Kaspar op 30 juni 2021 om 19:34

Hoi Tim,

De wetten van Kirchhoff kloppen altijd.
Wat hij in z'n stroomwet (mijns inziens wat knullig) zegt is:

Als je een lint over een beek hangt en meet hoeveel water er in een bepaalde tijd naar het lint toestroomt dan is dit net zo veel als wat er in die tijd van het lint wegstroomt. (De hoeveelheid water per seconde stelt de stroom voor)

Wat hij in z'n spanningwet zegt (Volgens mij had de man problemen met formuleren of een imago-probleem) is:

Als je een rondwandeling maakt over bergen en dalen dan kom je op het punt van vertrek op dezelfde hoogte uit. (De hoogte stelt de spanning voor)

Dubbel "Duh!" toch?

Kirchhoff's wetten zijn handig als gereedschap wanneer je een complexe schakeling probeert door te rekenen omdat je dat in kleine stapjes kan doen. (De schakeling in het voorbeeld is niet zo complex en eigenlijk heb je Kirchhoff er niet voor nodig).

PS. Ik ben misschien nog van het UNIX stempel maar voor mij is er een verschil tussen A B C en a b c.

Theo de Klerk op 30 juni 2021 om 20:40
De wetten van kirchhoff zijn een beetje "boerenverstand" 
1) in een gesloten kring is de totale spanning 0 V (want er zijn evenveel spanningsverhogende bronnen als spanningsverlagende weerstanden)
2) op elk punt komt evenveel stroom binnen als eruit gaat (moet wel, anders zou er ladingsophoping zijn )

Uit 1) volgt dat UABCD = - UDA = - Ubatterij

Ook volgt daaruit dat UBCD = - UDB
Uit 2) volgt dat de stroom zich splitst na R1 in deelstromen door R2, R3 en R4 waarna stroom door R2 en R3 weer samenkomt door R5 en later de stroom door R4 weer zorgt voor de complete stroom die via de batterij weer naar punt A stroomt. Daaruit kun je parallelle weerstandsvervanging R2+R3 uitrekenen en die weer in serie met R5 en dat geheel parallel aan R4

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft tweeëntwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)