
Bij gelijke lading in 2 punten (of het een zichtbare bol is of een puntvormig iets maakt weinig uit zolang de bolstraal maar kleiner is dan de afstand tot de andere lading).
In het plaatje wordt een gelijksoortige lading genomen (afstoting) maar de krachtpijlen klappen naar beneden als er aantrekking is.
Elke lading Q geeft een kracht op de lading in positie P. Beide krachten kun je vectorieel optellen tot de uiteindelijke waarde (beetje meetkunde gebruiken). Die kracht gedeeld door de eenheidslading is de veldsterkte die blijkbaar 3,9.10
4 N/C is. Dus als je in punt P een lading van 1C plaatst, kun je uitrekenen hoe groot de resulterende kracht is (en die is qua waarde dan gelijk aan de veldsterkte).
Alleen moet ergens in je opgave wel staan hoe groot de lading Q op de bollen is (of indien niet gelijk, alle twee de waarden) want anders valt er geen kracht te berekenen via de F =
f (Q/r)
2 wet van Coloumb.