De situatie werkt, als er een weerstand voorgezet wordt die de overtollige 4 V laat vervallen.
Blijft het probleem dat je ook de totale stroomsterkte moet weten - meestal geven lampen een vermogen P aan en een spanning. Uit vermogen volgt I = P/16 A bij een optimaal brandende lamp. De weerstand van de lamp volgt uit P = I
2R = 12
2/R W. Door de voorzetweerstand moet dan 2x die stroomsterkte gaan en 4 V spanningsverschil geven.