Voetbalkeeper

John stelde deze vraag op 15 mei 2021 om 07:27.

 Het moment dat de keeper naar de bal moet afzetten is het moment dat de bal geraakt wordt voor het schot echter alle (top)keepers zijn dan door het sprongetje dat ze maken voordat ze afzetten nog met hun voeten in de lucht . Is er na te gaan hoeveel tijd de keepers daarmee verliezen in de wetenschap dat de keepers tussen 0.5 en 0.7 doen om in de hoek van het doel te komen ?

Mvg
John Prinssen


Reacties

Theo de Klerk op 16 mei 2021 om 15:47
Dag John,

Ik kijk al heel lang geen voetbal meer. Maar als je een stijf sprongetje zou willen maken van 10 cm hoog:
afzetsnelheid = √2gh = √2 x 10 x 0,1 ≈ 1,4 m/s 
Hoe hoger hij komt hoe trager hij gaat, in de top van het sprongetje even 0 m/s, en uiteindelijk komt hij met 1,4 m/s weer neer. Dat is een eenparig versnelde beweging
dus gemiddelde snelheid is dan 0,7 m/s , 10 cm op en 10 cm neer, totaal 20 cm
tijd = afstand /snelheid = 0,2/0,7 ≈ 0,3 s. 

In de praktijk gaat er aan zo'n sommetje natuurlijk van alles mis. Hij hoeft bij dat sprongetje zijn benen niet geheel te strekken. Sterker nog, dat zou dom zijn, want dan moet hij, om zich af te zetten naar een hoek toe, nog veel extra tijd besteden om in te veren om zich te kunnen afzetten. Hij zal dus vast wel, ook als hij in dat sprongetje nog omhoog gaat, door razendsnel zijn benen te strekken zich nog tijdens dat hupsje kunnen afzetten.

Hoe dat werkelijk gaat en hoeveel tijd dat werkelijk kost zal moeten blijken uit een slowmotionopname. Dat is de slimmere aanpak. En ik stel me voor dat in deze voetbalwereld, waarin tegenwoordig miljarden omgaan, dit soort situaties tot op de milliseconde bestudeerd zijn.

Groet, Jan
John op 16 mei 2021 om 23:59
Hallo Jan , 

bedankt voor je reactie ! Inderdaad miljarden gaan er om in het voetbal maar bestuderen .... nou nee hoor en al helemaal niet als er wel bestudeerd is het marginale verschil kunnen verhelpen . Er is geen sprake van verdieping in de voetbalsport .
Nogmaals bedankt voor de moeite !

Mvg, John

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft vijftien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)