Beste allemaal,
Een deeltje in een (oneindig diepe) put weten we dat er alleen stationaire toestanden met zeer bepaalde, discrete energiewaarden mogelijk zijn; De energie is dus gekwantiseerd. Maar wat als we de put breder maken?
Uit de formule: En = n2h2 / (8mL2 ) --> zien we dat bij een grotere afstand (L) de afstand tussen de energieniveaus steeds kleiner wordt: de energieniveaus komen steeds dichter op elkaar te zitten. Wanneer L groot genoeg is, is het deeltje volledig vrij en is elk energieniveau mogelijk: de energie zal dan niet meer gekwantiseerd zijn, maar kan elke willekeurige positieve waarden hebben.
De beredenatie dat bij een grotere afstand (L) de energie zal afnemen (omgekeerd kwadratisch verband) en daarmee de energieniveaus dichter op elkaar zitten begrijp ik. Echter, vraag ik mij af waarom L groot genoeg is, het deeltje volledig vrij is?
Alvast bedankt!