Hi, ik vroeg me af of iemand mij met deze vraag zou willen helpen, we hebben de toets al besproken maar ik blijf hem lastig vinden..
Reacties
Theo de Klerk
op
05 april 2021 om 11:15
Elk van de pijlen komt overeen met een sprong van een elektron naar een andere stabiele baan rondom de atoomkern. Daarbij neemt het energie op of staat het die af - in grootte gelijk aan het energieverschil tussen de baan waar het elektron nu is en waar het naar toe springt.
Die energie wordt als foton geabsorbeerd of als foton vrijgegeven. Deze energie voor een foton is gelijk aan E = hf . Als je de sprong kent (en dus E) dan is frequentie f van het foton te berekenen (h is een constante, de Constante van Plack). Als je kijkt in BiNaS naar welke frequenties overeenkomen met zichtbaar licht (tussen infrarood (lage frequentie) en ultraviolet (hogere frequentie) ) dan weet je ook welke sprongen in het zichtbare licht gebied zitten. Hoe groter het energieverschil, hoe hoger de frequentie ofwel hoe meer richting ultraviolet.
Energie wordt vrijgegeven door van een hoge naar een lagere energiebaan te springen. In je tekening zijn dat sprongen naar beneden. Dus alle pijlen naar boven vallen af.