Luchtweerstand

Lotte stelde deze vraag op 28 februari 2021 om 15:43.

Hoi,

ik heb een vraag, wanneer mag je de luchtweerstand verwaarlozen in een vraag. Vaak wordt er namelijk bij het bepalen van Fnetto de luchtweerstand niet meegenomen, er staat dan ook geen luchtweerstand in de vraag maar deze heeft dan toch nog steeds invloed?

Reacties

Theo de Klerk op 28 februari 2021 om 16:12
Je mag altijd alles verwaarlozen (als je dat zo graag wilt) als de bijeffecten maar een fractie zijn van het hoofdeffect. 
Dat geldt bijv voor een loden bal die naar beneden valt. De luchtweerstand is miniem vergeleken met de zwaartekracht. Het geldt al wat minder voor een opgeblazen bal, nog minder voor een vallende ballon en al helemaal niet voor een veertje dat valt.
Het hangt er dus vanaf... 
Jan van de Velde op 28 februari 2021 om 16:22
Dag Lotte,

Als er gevraagd wordt een nettokracht te berekenen, en je krijgt geen gegevens over een luchtweerstand, of gegevens waarmee je die zou kunnen uitrekenen, dan gaan we die maar stilzwijgend als verwaarloosbaar beschouwen. 

En ja, gewoon aan het aardoppervlak is die luchtweerstand op bewegende voorwerpen er in het echt altijd. 
Maar als we in de middelbareschoolnatuurkundesommetjes altijd alles moesten gaan meerekenen wat ook maar de geringste invloed had, dan kwamen we nooit meer toe aan het hoofddoel: jullie inzicht geven op de natuurkundige principes van de invloed van de ene factor op de andere. 

In dit geval: we leren jullie onder vereenvoudigde grote-lijnen-omstandigheden rekenen met krachten en nettokracht. Snap je eenmaal die principes dan zijn de stappen om eens wat meer in detail te gaan kijken ook niet altijd meer zo groot. 

Als je voor elk sommetje een lijstje moet gaan maken van dingen die in het echt wel minstens ene beetje van invloed zijn maar verwaarloosd mogen worden ben je langer bezig dat lijstje door te ploegen dan dat je voor het hele sommetje nodig hebt. Dus, in natuurkundesommetjes, ga er van uit dat wat niet genoemd wordt ook niet meedoet voor jouw berekening. Een fatsoenlijke docent zal daar geen valstrikken inbouwen, zoek ze dan ook niet waar ze niet zijn.

Anderzijds, er zijn natuurlijk prima redeneervragen/meerkeuzevragen te bedenken. Zoals een auto die op een windstille dag bij 50 km/h een rolwrijving ondervindt van 300 N, en een aandrijfkracht heeft van 300 N . Wat gebeurt er met zijn snelheid? Dan zullen de slimmeriken zeggen: "die wordt kleiner want er bestaat ook nog zoiets als luchtweerstand." 

Duidelijk genoeg zo? 

Groet, Jan
lotte op 01 maart 2021 om 14:23
bedankt voor de reacties!, ik begrijp het nu.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)