kracht en versnelling van elektrische fiets

Eva stelde deze vraag op 16 februari 2021 om 13:47.
Hallo! Ben ik weer, deze opdracht is van hetzelfde hoofdstuk, maar deze snap ik ook niet... zou u deze misschien ook kunnen uitleggen?

Reacties

Theo de Klerk op 16 februari 2021 om 14:41
a) Geen netto kracht, dus "iets" moet die 40-25=15N overschot van de fietser oppeuzelen. Wel eens van aanlopende fietsen gehoord? Reden?
b) Kracht ineens 2 x30 N = 60 N. De snelheid bij het begin is dus nog de oude, van 20 km/h. Maar die gaat omhoog! Kracht F = massa x versnelling. Wat is dus de versnelling bij het begin?
(en ja, die neemt af want bij toenemende snelheid meer luchtweerstand en misschien loopt die fiets nog wel meer aan).
c) Motor verdubbelt de kracht. Dus motor uit: nog maar 30 N over. Als er inmiddels weer met vaste snelheid wordt gereden, dan was de tegenkracht (luchtweerstand/aanlopende fiets) ook 60 N. Hoeveel kracht moet Terence dus extra leveren om die 60 N te behouden?
Eva op 16 februari 2021 om 14:46
Dankje! Alleen a snap ik nog niet helemaal. In ons boek staat de rolweerstand en de voorstuwende kracht. Zouden die er misschien iets mee te maken kunnen hebben?
Jaap op 16 februari 2021 om 15:32
Dag Eva,
Vraag a gaat over een weerstandskracht.
U noemt rolweerstand en voortstuwende kracht. Welke van die twee is de gevraagde weerstandskracht? En hoeveel newton is die kracht?

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft negen appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)