Vraagstuk over de valbeweging

Lieke stelde deze vraag op 11 februari 2021 om 09:24.

Hoi
Kan iemand mij helpen met de vraagstuk over de valbeweging die zich in de bijlage bevindt, alstublieft?
Ik dacht eerst om deze formules te gebruiken:
x = v0
y = h -½ g t2
met g = 9,81 m/s2
Ik wilde eerst de grootheid t afzonderen uit de formule voor x en dan hett resultaatt substitueren in de formule voor y.
      x = v0t       <=>      t = x/v0
=> y = h -½ g t2 = h -½ g (x/v0)2 = h -g/2v02 x2
=> y = -g/2v02 x2 + h
Maar verder dan dit geraak ik niet.

Groetjes,
Lieke

Reacties

Jaap op 11 februari 2021 om 10:15
Dag Lieke,
1. Heeft u al geleerd over 'de afgeleide van een functie bepalen', ofte wel differentiëren? Daarmee kunt u vraag a gemakkelijker oplossen dan met de tijd-formules die u heeft genoteerd.
Aanwijzing voor vraag a: bepaal de afgeleide van h(x) naar x. Bij de maximale hoogte moet deze afgeleide nul zijn. Met het antwoord op vraag a is vraag b eenvoudig. 
2. Als u nog niet heeft geleerd over de afgeleide, kunt u vraag a ook met tijd-formules beantwoorden. Dat gaat anders dan u noteert. Niet x=v0 en niet y=h–½⋅g⋅t2.
maar x=v0x⋅t  en  h=v0y⋅t–½⋅9,81⋅t2. Hierin zijn v0x en v0y de horizontale en verticale component van de beginsnelheid. Alfa is de hoek waaronder de kogel wordt afgeschoten ten opzichte van de horizontaal.
Lieke op 11 februari 2021 om 11:56
Dag Jaap,
Ik heb nog niet geleerd over 'de afgeleide van een functie bepalen' of 'differentiëren'. Functies van de tweede graad en vierkantsvergelijkingen: vraagstukken, dat leerde ik wel.
Ik had dit geprobeert. U zult het in de bijlage terugvinden.

Groetjes,
Lieke
Jaap op 11 februari 2021 om 12:33
Dag Lieke,
Uw uitwerking lijkt me correct en volledig.
Goed gedaan, op eigen kracht!
Lieke op 11 februari 2021 om 13:14
Beste Jaap,
Kunt u dit ook even nakijken, alstublieft. Ik ben niet zo zeker van het antwoord dat ik vond.

Heel erg bedankt!
Groetjes,
Lieke

Bijlagen:

Jaap op 11 februari 2021 om 13:36
Dag Lieke,
Ook deze opgave a heeft u goed gemaakt.
In de oplossing h(t)= –1/3⋅x2+2/3⋅x+1 moet niet x maar t de variabele zijn.
Hieruit volgt onmiddellijk de maximaal bereikte hoogte voor opgave b.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)