Dag Martijn

Hoeft ook allemaal niet in één omzetting, van dat formulegegoochel wordt het vaak eenvoudige onderliggende principe niet noodzakelijk helderder.

maak er eerst eens een verhouding van:



vul in en vereenvoudig. 

Groet, jan

Ik zie hem niet, en wat ik ook probeer er komt steeds iets fouts uit.
Hoe krijg ik die dV weg bij V1?
Krijg het niet gevonden, en weet niet waar ik de fout in ga.

Volgens het antwoord wat ik in de opgave heb,  moet er 55 uit komen.
P1 = 110
P2 = 130
deltaV = 10
Of het antwoord is fout en ik ben me aan suf aan het zoeken.

en dat kan dus niet
links is kleiner dan 1, rechts altijd groter dan 1 (want negatieve volumes bestaan niet) 

Van toestand 1 naar toestand 2 neemt de druk toe, dan kan niet óók het volume toenemen

is die ΔV niet toevallig -10 ?? Want een negatieve ΔV kan wel natuurlijk, dat is gewoon een afname van volume.

hmm, als het antwoordenboekje 55 zegt, kan het dat ook niet zijn. Dus maakt het antwoordenboekje een suffe blunder. die hebben de verhouding zó geschreven



als je die zó invult :



dan kun je die wel uitrekenen tot V1 = 55. 
Maar zoals gezegd, dat klopt niet, want als de druk toeneemt kan niet óók het volume toenemen

groet, Jan

Misschien was ik niet volledig, er is ook een atmosferische druk, maar ik neem aan als je P1 en P2 als absolute drukken neemt dit niet wijzigt? 

De opgave is:

Gegevens;
In een afgesloten vat heerst een luchtdruk van 110 kpa(abs),
Er wordt een volume van 10 dm3 toegevoerd aan de afgesloten ruimte.
De einddruk in de afgesloten ruimte is 130 kpa(abs).
Atmosferische druk is 100 kpa

Vraag:
Reken uit wat het volume in het afgesloten vat is.

Dag Martijn,
Nu lijkt het ineens een heel andere som! Als ik het goed begrijp, heeft het afgesloten vat een constant volume V en wordt 10dm³ gas met een druk van 100kPa toegevoegd.
Informatie over de temperatuur ontbreekt. Laten we daarom aannemen dat de volgende drie gashoeveelheden dezelfde temperatuur T hebben: het gas dat al in het vat zat, het toegevoegde gas bij de oorspronkelijke druk en al het gas samen in het vat in de eindtoestand.
Het toegevoegde gas bevat n_toe=p⋅V/(R⋅T)=10⁵⋅0,010/(R⋅T) mol gas.
In het vat geldt, bij constant volume V en temperatuur, dat n₂/p₂=n₁/p₁ en n₂=n₁+n_toe.
Zoals u kunt narekenen, volgt dat oorspronkelijk in het vat aanwezig was n₁=2,26mol gas.
Met de algemene gaswet kunt u vervolgens het volume van het vat berekenen.