Dag Mirte,

a) die derde kracht staat al getekend hoor, met naam en al erbij, alleen nog geen waarde

b) dat is een kwestie van samenstellen van krachten,  in dit geval die zwaartekracht Fz en die trekkracht F
Samenstellen van krachten, zoals die hier loodrecht op elkaar staan, al eens van gehoord? 

groet, Jan

a) Die heb je toch al getekend?  Het kind geeft een zwaartekracht naar beneden. De opa trekt horizontaal naar achteren.  De schommel beweegt in een cirkel mee. Maar waarom een cirkel? Spankracht! Die levert de tegenkracht voor de zwaartekracht (kind valt niet van schommel) en de tegenkracht op opa (schommel beweegt niet horizontaal als het stilhangt in opa's handen)

b) Met wat gonio kun je die twee krachtcomponenten optellen tot de spankracht. Da's berekenen. Pf je tekent op schaal beide componentkrachten en construeert de spankracht en meet hem op. Da's bepalen.

c) met dezelfde gonio kun je de hoek berekenen (of opmeten en bepalen)

Bedankt voor de reacties ik denk dat ik het goede antwoorden heb gevonden!

Dag Mirte,
a. In een toets of examen kan zo'n opgave luiden 'Construeer  de derde kracht die op de schommel werkt'. Dan moet ook de lengte van de derde krachtpijl goed zijn. En moet uit je constructie blijken hoe je die lengte hebt gevonden, bij voorbeeld met de parallellogrammethode. Voor de veiligheid zou ik dat ook maar doen nu de opgave luidt 'Teken de derde...'

De manier waarop je de schuine pijl langs het touw hebt geconstrueerd, is goed.
Maar de schuine zwarte pijl is te lang uitgevallen.