De ontsnappingssnelheid wordt gegeven door √(2GM/R)  Als je eerst M = 7 (eenheden) en dan M=4 ingeeft, dan is de ontsnappingsnelheid bij M=7 toch  √7 keer een bepaalde grootte (√(GM/R)) en M=4 maar √4=2 keer groter. En √7 > 2.  Wat klopt er dan niet? Een grotere massa heeft een grotere ontsnappingssnelheid. 
Daarom is lanceren vanaf de Maan ook zoveel makkelijker dan vanaf Aarde. Om van Jupiter of de Zon maar te zwijgen.

Aha, ik had toch gelijk. Het uitwerkingenboek heeft het dus fout :)

Dat zou zo maar kunnen. Die fout kan bij de schrijver zijn ontstaan, maar ook bij de partij die het boek opmaakt en de tekst overtypt. Fouten maken wil je niet, maar het is menselijk - het gebeurt.
In welk uitwerkingenboek (en bij welke vraag) stond het fout? Dan kun je/kunnen we de uitgever daarvan op de hoogte stellen.

Overigens ging ik ervanuit dat je de massa van 4 naar 7 veranderde en de rest gelijk liet. Als je ook de straal van de bol verandert, dan is zijn de factoren √(7/R1)  en  √(4/R2) en afhankelijk van R1 en R2 kan het antwoord zomaar anders zijn als 7/R1 < 4/R2

Dag eva,
Je schrijft: "in het boek staat een vraag: hoe groter de massa van een voorwerp, hoe groter de ontsnappingsnelheid." De massa van welk voorwerp?
Voorbeeld: je lanceert een raket vanaf het aardoppervlak.
De massa van de raket maakt geen verschil voor de ontsnappingssnelheid van de raket.
De massa van de aarde maakt wel verschil voor de ontsnappingssnelheid.
Of het antwoord in het uitwerkingenboek juist is en of jij gelijk had, hangt af van hoe de vraag bedoeld is.