Hallo,
Ik zit met een relatief makkelijke natuurkunde vraag, maar op de een of andere manier kom ik maar niet op het juiste antwoord.
''Een elektrische boiler is gemaakt uit een ijzeren vat met massa 100 kg en bevat 200 L water. De soortelijke warmtecapaciteit van ijzer is 450 J/(kg°C). Het verwarmingselement levert 10,8 MJ warmte per uur.
Bereken de tijd om het water op te warmen van 20°C tot 80 °C in uren.
Ik had hierbij Q= c *m*T -->450 * 100*60
En dan had ik nog het verwarmingselement van 10,8 MJ warmte per uur --> 10800000 Joule warmte per uur
Ik dacht dat ik vanuit hier de volgende vergelijking moest opstellen:
108000000 * tijd = 450 * 100*60
Ik kom dan op 2,5 uur uit, alleen het nakijkboekje geeft 4,9 uur aan. Er staat verder geen uitwerking bij, dus ik heb geen idee hoe ze aan het antwoord zijn gekomen. Weet iemand toevallig waar ik de mist in ben gegaan met mijn uitwerking?
Met Vriendelijke Groetjes,
Jasmijn