boiler opwarmen

jasmijn stelde deze vraag op 03 januari 2021 om 09:18.

Hallo,

Ik zit met een relatief makkelijke natuurkunde vraag, maar op de een of andere manier kom ik maar niet op het juiste antwoord.
''Een elektrische boiler is gemaakt uit een ijzeren vat met massa 100 kg en bevat 200 L water. De soortelijke warmtecapaciteit van ijzer is 450 J/(kg°C). Het verwarmingselement levert 10,8 MJ warmte per uur.
Bereken de tijd om het water op te warmen van 20°C tot 80 °C in uren.

Ik had hierbij Q= c *m*T -->450 * 100*60
En dan had ik nog het verwarmingselement van 10,8 MJ warmte per uur --> 10800000 Joule warmte per uur

Ik dacht dat ik vanuit hier de volgende vergelijking moest opstellen:
108000000 * tijd = 450 * 100*60
Ik kom dan op 2,5 uur uit, alleen het nakijkboekje geeft 4,9 uur aan. Er staat verder geen uitwerking bij, dus ik heb geen idee hoe ze aan het antwoord zijn gekomen. Weet iemand toevallig waar ik de mist in ben gegaan met mijn uitwerking? 

Met Vriendelijke Groetjes,

Jasmijn

Reacties

Jan van de Velde op 03 januari 2021 om 10:04
Dag Jasmijn,

Ik zie in je uitwerking niks over die 200 L water? Die wordt ook opgewarmd hè.

108000000 * tijd = 450 * 100*60
Ik kom dan op 2,5 uur uit,

dan heb je ergens een nulletje teveel of te weinig in je rekenmachine ingeklopt. 

Groet, jan
Arno op 03 januari 2021 om 12:50
Ga voor het water gemakshalve uit van het gegeven dat 1 L water een massa van 1 kg heeft. De soortelijke warmte van water is 4,18 kJ/(kg°C). Bereken daarmee de totale hoeveelheid warmte om het water en het metaal van de boiler van 20°C tot 80 °C te verwarmen? Druk deze hoeveelheid warmte eens in kJ uit en bedenk daarbij dat 1 MJ = 1000 kJ. Wat is dan het aantal kJ aan warmte dat per uur door het verwarmingselement wordt geleverd? Wat is dus de benodigde tijdsduur om het water en het metaal van de boiler van 20°C tot 80 °C te verwarmen?
jasmijn op 04 januari 2021 om 14:41
Hallo Jan en Arno,

Heel erg bedankt voor jullie uitleg.
Ik snap eindelijk waar ik de mist in ben gegaan. Heel erg bedankt!

Groetjes,

Jasmijn

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft eenendertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)