Stroom bestaat uit elektronen (negatief geladen deeltjes die van - naar + lopen).
Lorentzkracht op geladen deeltjes is  F = Bqv   (B magneetveld, q lading, v snelheid van deeltjes) of F = BIL  (als beweging v loodrecht op veld B staat).
De richting van de kracht wordt gegeven (als ezelsbruggetje) door de kurketrekkerregel, linkerhandregel of andere "makkelijk te onthouden" hulpmiddel.
Dus waar wijst de kracht heen als de deeltjes door de magneet gaan? Die beweging is eerst (horizontaal) loodrecht op het veld (vertikaal) alvorens vertikaal af te buigen richting schroef.

(qv  samen vormt de stroom I en lengte L (gelijk aan v meter - de afstand afgelegd in 1 s door de deeltjes met snelheid v).

magneetveld: 




met de algemene rechterhandregel ( duim is stroomrichting, vingers magnetische veldlijnen, handpalm "duw"richting van de lorentzkracht) ziet dat er zó uit:


en omdat hier de stroomdraad niet kan wegdraaien zal die magneet aan die schroef gaan draaien. Zo ongeveer zoals jij op rolschaatsen tegen een muur duwt: die muur gaat niet opzij, jijzelf wel.

groet, Jan