deeltjesversneller

marianne stelde deze vraag op 08 december 2020 om 12:52.

Ik zat te leren voor mijn eindexamen natuurkunde dit jaar en kwam online een paar handige oefentoetsen tegen. Alleen heb ik wat moeite met een aantal opgaves. Zou iemand me kunnen laten zien wat ik moet doen?

In de Tevatron-deeltjesversneller laat men protonen en antiprotonen op elkaar botsen. Tussen de deeltjes die na de botsingen ontstaan, komt af en toe een Bc-meson voor.
Een Bc-meson bestaat uit een combinatie van een charm-quark met een anti-bottom-quark. Het Bc-meson heeft een massa die overeenkomt met een energie van 6,4 GeV.
6. Bepaal de lading van het Bc-meson.
7. Bereken de massa van het Bc-meson in kg.
De (rust)massa van een stilstaand proton en een stilstaand antiproton is kleiner dan de (rust)massa van een Bc-meson. Daarom laat men de protonen en de antiprotonen in de Tevatronversneller een zodanige spanning doorlopen, dat de beide soorten deeltjes dezelfde hoeveelheid kinetische energie hebben voordat ze op elkaar botsen.
8. Bereken de minimale spanning die een proton en een antiproton moeten doorlopen
zodat bij een botsing een Bc-meson kan ontstaan.

Reacties

Theo de Klerk op 08 december 2020 om 13:08
Elementaire deeltjes horen overigens niet tot het eindexamencurriculum - het is hooguit deel van het schoolexamen.

6. Wat is de lading van charm en anti-bottom? Samen?
7.  Gebruik E = mc2   (E = 6,4 GeV)
8.  Tenminste 6,4 GeV aan energie moeten de deeltjes hebben om tezamen een Bc meson te produceren.  Behoud van energie!

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft tien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)