blootstellingsduur röntgenstraling

Naoufel stelde deze vraag op 26 november 2020 om 16:25.

 Wat is de maximale tijdsduur om een mens zich te laten blootstellen aan röntgenstraling? 

Met vriendelijke groet,
Naoufel Salama

Reacties

Theo de Klerk op 26 november 2020 om 16:42
Dat heeft alles te maken met de afstand tot de bron en wat men uit praktijkervaring als "nog onschadelijk" denkt.
Dat is een aantal sievert die je per dag of maand mag oplopen.
Dat kun je opzoeken in BiNaS. En voor een situatie kun je de potentiele blootstelling uitrekenen en met de BiNaS waarden vergelijken om te weten of dat gevaarlijk is geweest of niet.
Hans op 26 november 2020 om 20:39
linkje volksgezondheid

Het hangt ook af van de oppervlakte die je bestraalt en de plaats. In principe is geslachtsorganen bestralen bijvoorbeeld schadelijker dan hersenen. Omdat mutaties in de cellen in het nageslacht terecht komen in alle cellen en vooral bij mannen in de geslachtsorganen heel veel celdelingen plaatsvinden. Hersencellen delen relatief weinig.

Bij straling is er geen "hoogste veilige dosis". De enige "onschadelijke" dosis straling is 0 . Elke röntgenfoton die je treft geeft een kans op gezondheidsproblemen op lange termijn. Acute problemen zoals stralingsziekte kan je eigenlijk alleen krijgen als je heel veel te veel (meerdere Sv in korte tijd) over je heen krijgt. Dat gebeurt eigenlijk alleen in extreme situaties. Als er een kernramp plaatsvindt of een atoomnbom valt. In kerncentrales zijn bij de reactor dat soort stralingsniveaus, maar daar mag niemand komen. Ook op plaatsen waar voedsel bestraald wordt mogen geen mensen komen.
Ook vergaande onvoorzichtigheid met radioactief materiaal kan tot ongelukken leiden. Bijvoorbeeld een verhaal van spelende kinderen die radioactief ziekenhuisafval (zelfs een radioactieve bron) vonden op een vuilnishoop en dat maar een paar weken overleefden.

opmerkingen:
- voedsel dat bestraald is is niet radioactief en in stralingsopzicht niet gevaarlijk
- een röntgenapparaat dat uitstaat is voor wat betreft straling ongevaarlijk
- een radioactief materiaal kan je niet uitzetten (wel afschermen) en is altijd enigszins gevaarlijk.
- in het dagelijks leven worden we voortdurend blootgesteld aan evaarlijke straling. De meeste ioniserende straling wordt door de atmosfeer tegengehouden, maar niet alle. Op sommige plaatsen is de aarde zelf radioactief. Een bepaald risico op stralingsproblemen moeten we dan ook accepteren.

Dus het algemene antwoord:
Zo weinig mogelijk
Leon op 30 november 2020 om 18:14
Er gelden drie principes bij stralingsbescherming; in volgorde van belangrijkheid:
- De blootstelling moet nuttig en nodig zijn, ofwel de voordelen van de blootstelling moeten groter zijn dan de nadelen.
- Bij de blootstelling moet je rekening houden het zogenaamde ALARA-principe (As Low As Reasonable Achievable) ofwel de dosis moet zo laag zijn als rederlijkerwijs haalbaar is waarbij ook sociale en economische aspecten mee worden genomen. (Deze is in de vorige post ook al genoemd).
- Tot slot gelden er dosislimieten, een limiet waar de dosis niet boven mag komen.

Opmerking: voor patiënten gelden geen dosislimieten (zou je kunnen bedenken waarom?)

De dosislimiet voor zogenaamde radiologische werkers (in de wetgeving blootgestelde medewerker genoemd) is 20 mSv voor het totale lichaam, voor leden van het publiek is deze limiet 1 mSv. 
naoufel op 07 januari 2021 om 19:02
Wat is de maximale tijd voor blootstelling van rontgenstraling op het menselijk lichaam totdat er een effect optreedt ?

Met vriendelijke groeten,

Naoufel Salama
Theo de Klerk op 07 januari 2021 om 19:32
In theorie kan dat al na een fractie van een seconde. Maar kan ook uren duren omdat je geluk hebt dat alle straling dwars door je heen gaat zonder schade aan te richten. Het ene is even onwaarschijnlijk als het andere. Het is een kwestie van kans. En van hoe sterk de bron is.
De toegelaten waarden zijn gebaseerd op ervaringsfeiten die een gemiddelde vinden in de kans waarop je beinvloed wordt. Die waarden staan in BiNaS genoemd. En dan moet je in rekening brengen of je bovenop die bron van straling zit of op een grote afstand ervan staat waardoor de intensiteit al erg afgenomen is doordat de stralingsenergie over een grote bol met straal r = afstand is verdeeld.

Met iets andere woorden vraag je weer hetzelfde als de openingsvraag.
Leon op 31 maart 2021 om 14:58

Beste Naoufel,

Uit radiobiologisch onderzoek en uit ervaringen in de radiotherapie en bij stralingsongevallen kennen we de samenhang tussen de aard en de ernst van de gezondheidsschade en blootstelling aan hoge doses. Vandaar dat we ook wel spreken van weefsel effecten (voorheen deterministische effecten genoemd); deze naamgeving duidt erop dat er een herkenbare samenhang is tussen de gezondheidsschade en de grootte van de bestraling.
Het ziektebeeld is sterk afhankelijk van het feit welke organen werden bestraald en met welke hoge doses. De ziekteverschijnselen ten gevolge van hoge doses worden waarneembaar binnen een tijdsbestek van enkele uren tot enkele maanden. We spreken daarom ook wel van acute effecten. 

Bij blootstelling aan lage stralingsdoses gaat de aandacht vooral uit naar de kankerverwekkende werking van straling en de mogelijke genetische effecten. Omdat het kanskarakter (toeval) daarbij een belangrijke rol speelt, worden dergelijke effecten aangeduid met de verzamelnaam stochastische effecten. Het toevalskarakter van effecten van lage stralingsdoses is terug te voeren op de onzekerheid en onvoorspelbaarheid of de door ioniserende straling veroorzaakte schade aan afzonderlijke cellen zal uitgroeien tot kwaadaardige proporties. Zelfs wanneer dat gebeurt is er nog grote onzekerheid over de tijd die daarmee gepaard gaat. Om deze reden wordt ook wel gesproken van late effecten. 

De wetenschappelijke gegevens over de samenhang tussen dosis en late effecten van straling hebben alleen betrekking op tamelijk hoge doses. Voor lage stralingsdoses bestaan geen voldoende harde wetenschappelijke gegevens op grond waarvan met zekerheid uitspraken kunnen worden gedaan over de kans op late effecten. Er bestaat echter ook geen wetenschappelijk bewijs om late effecten te kunnen uitsluiten wanneer het gaat om lage stralingsdoses. Internationaal wordt uit het oogpunt van preventieve gezondheidsbescherming - bij gebrek aan bewijs voor het tegendeel - uitgegaan van de voorzichtige veronderstelling dat elke kleine stralingsdosis een kleine bijdrage kan betekenen aan de kans op late effecten.

Met betrekking tot jouw vraag over de maximale stralingsblootstellingstijd voordat een effect optreedt:
- bij stochastische effecten speelt de blootstellingstijd voor wat betreft de ernst van het effect geen rol, maar wel de kans op het effect; hoe langer de blootstellingstijd hoe groter de kans op een effect (kanker).
- bij weefsel effecten is sprake van een zogenaamde drempeldosis en de ernst van het effect neemt toe met de dosis; alleen bij overschrijding van de betreffende drempeldosis treedt het effect op. Dus hoe hoger het dosistempo, hoe sneller de drempeldosis overschreden zal worden en een van de volgende effecten zal optreden (het betreft hier dan een bestraling van het totale lichaam waarbij de betreffende dosis in een kort tijdsbestek is ontvangen: bijvoorbeeld bij een kernbomexplosie of kernramp):



Bij een dosistempo van 1000 millisievert per uur duurt het dus ca. 1 uur voordat je de drempeldosis overschrijdt voor het optreden van misselijkheid, diarree etc.. De betreffende effecten treden binnen enkele minuten tot uren na bestraling op. 

Groeten, 

Leon

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)