Dat zal je boek ongetwijfeld aangeven. Het zijn variabelen in een formule. Zo te zien lijkt het uit de relativiteitstheorie te komen voor het berekenen van een snelheid zoals een "stilstaande waarnemer" het ziet van een voorwerp dat met snelheid v beweegt in een referentiestelsel dat zelf met snelheid w beweegt tov een "stilstaande waarnemer". Dan geldt voor v en w dat het snelheden zijn, net als c (lichtsnelheid).

Dimensioneel kan de formule alleen kloppen als de eenheden overeenstemmen: zoals je het schrijft wordt v opgeteld bij w/(1+vw/c²) . Dat kan alleen als beide onderdelen dezelfde dimensie (m/s) hebben. Dat lijkt hier niet het geval.

Als je schrijfwijze fout is (de typische "en dan...en dan...en dan..." tante Betje stijl) dan bedoel je misschien (kwestie van goed gebruik van haakjes)

  =  (v ± w)/(1 - vw/c²)
en dan kan het wel: de noemer is dimensieloos en de teller voor beide onderdelen m/s

deze uitleg staat niet in mijn boek want ik ben 16 en ja ze zijn nu de basics uit te leggen van natuurkunde. ben daarintegen wel enorm geïnteresseerd in natuurkunde dus wou daarom graag weten wat het betekende. bedankt voor de goeie uitleg👍

Als je zo'n formule tegenkomt dan wordt die zeker in het boek verklaard. Kijk er nog maar eens naar. Dit soort formules en zeker de variabelen erin komen zelden zomaar uit de lucht vallen.

ik zou het heel graag willen opzoeken in het boek beste theo. maar het staat niet in mijn boek omdat ik de formule niet heb van mijn boek. het boek wat wij gebruiken is allemaal onzin die ik niet heel interessant vind dus ik doe meer zelf studie over general relativity en special relativity. vandaar de vraag. ik ben net nieuw met deze termen namelijk.

Als je zelf boeken over relativiteit opzoekt en leest, ook dan staan de formules voor eerste gebruik uitgelegd. Ik heb er veel gezien en gelezen, maar geeneen "dumpt" de formules zomaar. Als je een willekeurige pagina opslaat kan dat wel gebeuren - maar dat komt omdat de symbolen al veel eerder zijn uitgelegd.
Maar veel plezier hopelijk in je speurtocht in Relativity Land. Niet het simpelste onderwerp - zeker de algemene theorie niet.

Dan zou het een hoofdletter W moeten zijn. Hier stellen v en w 2 snelheden voor die je relativistisch optelt of aftrekt, al naar gelang de situatie.
Wat de algemene relativiteitstheorie betreft: het achterliggende idee is dat zwaartekracht niet als een kracht wordt opgevat, maar als een meetkundige manifestatie van de vierdimensionale ruimtetijd. Om de onderliggende meetkunde te begrijpen heb je kennis op masterniveau nodig als differentiaalmeetkunde en tensorrekening. Neem op Wikipedia maar eens een kijkje op de pagina over algemene relativiteitstheorie als je wat meer over die begrippen wilt weten.

ik zal zeker even een kijkje nemen. ik ben gister op een filmpje van brian greene gestuit en dit vertelt special relativity vanaf het begin. het duurt 12 uren maar het is wel fascinerend om te bekijken. door dat filmpje kwam ik ook op de vraag die ik gister stelde. heb jij nog filmpjes of websites die "echt natuurkunde" goed uitlegd. ik ben echt heel nieuw met de formules en al dus ik wil graag een filmpje of website vinden die het vanaf beginners niveau uitlegd, zodat ik het ook goed begrijp.

Probeer https://www.motionmountain.net/ eens voor 6 pdf boeken over natuurkunde (Engels). Niet voor beginners die vanaf 0 starten. Maar die beginnen ook niet met SR of AR verhandelingen over speciale/algemene relativiteit.

In aanvulling op het bovenstaande is het nuttig aandacht te schenken aan het minteken in de noemer van Theo's formule met toegevoegde haakjes, ook al is 't niet Alecs vraag.
• We nemen twee inertiaalstelsels S en S', elk met een enkele ruimte-dimensie x.
De x-assen van S en S' vallen samen.
S' beweegt met een snelheid w ten opzichte van S.
Een voorwerp beweegt met een snelheid v ten opzichte van S' en beweegt met een snelheid u ten opzichte van S. Nu geldt

De linker formule heeft een plus in de noemer, de rechter een min.
De linker formule staat, met verwisseling van symbolen, in Binas tabel 35E6.
• Voorbeeld: als w=½·c en v=2⁄3·c, geeft de linker formule u=7⁄8·c
en als w=½·c en u=7⁄8·c, geeft de rechter formule v=2⁄3·c.
Optelling van w=½·c en v=2⁄3·c geeft 'volgens Newton' u=7⁄6·c>c, maar voor zover bekend kan materie of informatie niet sneller gaan dan licht in vacuüm.
Groet, Jaap