berekening van lichtstralen bij bijziendheid

SlechtinNatuurkunde stelde deze vraag op 09 oktober 2020 om 17:01.

 Hallo iedereen zou iemand mij kunnen helpen met de volgende opgave?

-Je gaat in deze expertopdracht uit van een bijziend persoon met een vertepunt op 30 cm. En een oogdiameter van 1,6 cm. Door accommoderen neemt de sterkte van de ooglens van deze persoon toe met 8,0 dpt Je mag ook andere waardes kiezen, maar je hebt een aantal gegevens als uitgangspunt nodig. je gaat berekenen wat voor lenzen of bril die persoon nodig heeft. Bij lenzen is de afstand tussen de ooglens en de extra lens te verwaarlozen, bij een bril is dat niet het geval en moet je zelf een schatting maken van die afstand.

de vragen zijn:
1. Bereken het nabijheidspunt van deze persoon zonder bril.
2. Bereken de sterkte van de bril die deze persoon nodig heeft.
3. Bereken waar het nabijheidspunt van deze persoon met bril komt te liggen.

Mijn docent zei dat ik de afstand tussen het oog en de bril zelf mocht beslissen maar ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten verwerken in mijn berekening.

(we gebruiken uiteraard de lenzenformule 1/f=1/v+1/b en S=1/f)

alvast heel erg bedankt!!

Reacties

Theo de Klerk op 09 oktober 2020 om 17:17
Wat je bij brilberekeningen moet onthouden is dat voorwerpsafstand v in het oneindige wordt aangenomen (1/v = 0) en de beeldafstand dan aan dezelfde kant van de brillelens wordt genomen (b dus negatief) en op het vertepunt wordt gedacht. Zo kan iemand die ver weg niet goed ziet toch scherp zien - omdat dat oneindig verre punt nu op het vertepunt staat - een positie die het oog nog net scherp kan zien.

Voor verziende mensen neem je het nabijheidspunt (bijv v = 0,60 m). Een voorwerp op een normale afstand (bijv 25 cm) wordt door zo'n (positieve) brillelens dan afgebeeld op het nabijheidspunt van de verziende (dus dan b = - 0,25 m). Zo kan hij toch iets wat dichterbij staat dan wat met het blote oog scherp gezien kan worden, scherp zien.

En verder... zoek eens op "bril", "bijziend", "verziend" in dit forum. Je vraag is al tig keer beantwoord en daar vind je dan waarschijnlijk ook het antwoord op jouw vragen.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)