Parameters en druk

Giovanni stelde deze vraag op 01 oktober 2020 om 18:47.

 Ik snap vraag a en c niet



Reacties

Theo de Klerk op 01 oktober 2020 om 19:23
a) Een niet ideaal gas. Kijk eens bij Van der Waals vergelijking voor een gas

c) Er zit lucht in de tank. Maar er spuit water uit. Dus zit het allebei in de tank?
100 s x 15 mL/s = 1500 mL. Dat verdwijnt uit de tank. En die ruimte wordt door de lucht ingenomen. Het volume wordt dan V + 1500 mL . De druk neemt dan af (terwijl de temperatuur gelijk blijft). Die kun je dan uitrekenen (in het ideale gas geval want noch a noch b zijn bekend)
Giovanni op 01 oktober 2020 om 20:20
Ik snap het nog steeds niet echt
Jan van de Velde op 01 oktober 2020 om 20:44
Theo de Klerk op 01 oktober 2020 om 20:49
Bij a:   V - nb    moet nog steeds een volume voorstellen. Ideale gasdeeltjes hebben geen volume. De ruimte V wordt gevuld met deeltjes zonder eigen volume. Wat zou nb dan zijn?

p = getal - n2a/V2   ofwel een ideale druk neemt blijkbaar af. Een correctie op de druk. Als zo'n gas niet ideaal is, wat betekent dat dan voor n2a ?


Bij b:
ideaal geldt  pV = nRT  En bij niet veranderende temperatuur pV = constant.

Eerst: Vgas = Vtank - 1,5 L (water)    p = 2 . 105 Pa
Einde: Vgas = Vtank   p = ??

Je kent in beide gevallen het volume van het gas en in 1 geval de druk.
Dus kun je de einddruk uitrekenen.
Jan van de Velde op 01 oktober 2020 om 20:50
dag Giovanni,

wat betreft c)
Bereken eerst eens hoeveel water uit die tank stroomt in die 100 s. 
Zó veel is het volume lucht in die tank toegenomen.

Om verder te rekenen ontbreekt er een gegeven in jouw bericht (maar dat staat vast en zeker elders in de betreffende opgave vermeld), n.l. hoeveel lucht van 17oC en 2,00·106 Pa  er aanvankelijk in die tank zat.

groet, Jan
Giovanni op 01 oktober 2020 om 20:59
Er gaat 1500 mL water uit en aanvankelijk zat er 1,00∙10^5 Pa in de tank  
Theo de Klerk op 01 oktober 2020 om 21:01
Bij b:
ideaal geldt pV = nRT En bij niet veranderende temperatuur pV = constant.

Eerst: Vgas = Vtank - 1,5 L (water) p = 2 . 105 Pa
Einde: Vgas = Vtank p = ??

Je kent in beide gevallen het volume van het gas en in 1 geval de druk.
Dus kun je de einddruk uitrekenen.
Jan van de Velde op 01 oktober 2020 om 21:07

Theo de Klerk plaatste:

Je kent in beide gevallen het volume van het gas 
waar dan? Want ik zie nergens dat beginvolume gas

Giovanni plaatste:

aanvankelijk zat er 1,00∙10^5 Pa in de tank  
dat is geen volume, dat is een druk, en die was aanvankelijk 2,00∙105 Pa volgens de gegevens
Giovanni op 01 oktober 2020 om 21:19
De inhoud van de tank is 6,50 L. Op een bepaald moment bevat hij 3,00 L water en 3,50 L lucht met een temperatuur van 17 °C en een druk van 1,00∙10^5 Pa.
Jan van de Velde op 01 oktober 2020 om 21:26
en vertelt het verhaal dan ook waarom c begint met


maar goed, nemen we aan dat we begonnen nmet 3,5 L lucht en 3 L water.
er gaat 1,5 L water uit, dan hebben we dus 5 L lucht 

begintoestand 3,5 L en 200 000 Pa
eindtoestand 5 L en ??? Pa

gevalletje pV is constant (wet van Boyle noemen ze dat geloof ik)  

3,5 x 200 000 = 5 x ?? 
Giovanni op 05 oktober 2020 om 17:23
Ik heb dit nooit gehad.
Jan van de Velde op 05 oktober 2020 om 17:43
Dan lijkt er me geen enkele zinvolle reden jou te vragen wat die parameters voorstellen. Dus dan zou ik zeggen vraag eens aan je docent of je iets over het hoofd hebt gezien. 

c) heb je overigens wel begrepen? 

Groet, Jan
Giovanni op 05 oktober 2020 om 17:46
Zeker! Bedankt!
Giovanni op 05 oktober 2020 om 17:53
Ik heb wel de algemene gaswet gehad. Heb je daar iets aan?
Jan van de Velde op 05 oktober 2020 om 17:59
Wat in die opgave A staat is de algemene gaswet, maar dan uitgebreid voor niet-ideale gassen. 
Giovanni op 05 oktober 2020 om 18:04
Dus de parameters zijn om het volume te compenseren? 
Jan van de Velde op 05 oktober 2020 om 18:58
Onder andere.

De ideale gaswet gaat er van uit dat de gasmoleculen geen eigen volume hebben, en bij echte gassen is dat natuurlijk niet zo. 

Bij lage druk maakt dat allemaal niet zo veel uit: de afstand tussen de moleculen is zó groot dat dat molecuulvolume daar maar een verwaarloosbare fractie van uitmaakt. Dan wijken de meeste reële gassen nauwelijks af van de ideale gaswet. 

Tweede veronderstelling van de ideale gaswet is dat gasmoleculen elkaar onderling niet aantrekken of afstoten. Dat geldt ook voor reële gassen nooit voor 100%. 

Read all about it in mijn eerste link...

groet, Jan
Giovanni op 05 oktober 2020 om 19:22
Dus a is is om de aantrekkingskracht te compenseren en b is om het eigen volume te compenseren? 
Jan van de Velde op 05 oktober 2020 om 19:26
Zo ongeveer wel ja. 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vijfentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)