De bal krijgt de rotatiesnelheid van de aarde mee (naar het oosten) bij afschieten. Om op precies dezelfde plek terug te komen zou hij met toenemende hoogte ook sneller naar het oosten moeten bewegen. (de rand van een draaiende schijf draait ook harder dan een positie dichter bij het middelpunt).
Dat gebeurt niet - de kogel raakt achter op de aardrotatie. Bij terugkomen zal hij dan ook wat westwaarts neerkomen.
Corioliskrachten op luchtbewegingen (zichtbaar in "wolkenslierten" en orkanen) hebben eenzelfde oorsprong: dichter bij de pool is de rotatiesnelheid lager dan richting evenaar. Bij de kogel is het "lagere hoogte is langzamer"