Wat heb je hier zelf al bij bedacht want dit forum is geen antwoordmachine.

ik kwam er zelf dus niet uit want ik dacht dat je de frequentie regel moest gebruiken maar zo te zien is dat niet zo.

Nee, je moet hier eerst eens een voorstelling maken van wat gebeurt.
Er is een schijf die ronddraait. Met 1 punt erop. Als je steeds even kijkt na 1 omwenteling dan zie je die punt steeds op dezelfde plek. 
Nu kijk je vaker (stroboscoop belicht het) en zie je die stip op twee plekken verschijnen.
Denk dan nog eens na over de vraag.

ik weet dat ze bij vraag a 42 :2 doen alleen begrijp ik niet waarom ze dat doen

Belichting gebeurt bij 42 Hz. Dus 42 keer per seconde "zie" je even die stip (laten we aannemen dat het anders donker/zwart is en je niks ziet).
Blijkbaar zie je die stip dan 2x als het licht van de stroboscoop heel even aan gaat en de positie van de punt laat zien. Je ziet de stip dan  een keer bijv. op tijdstip 0 seconde en daarna nog eens halverwege (en niet een derde want dan zou je hem 3x zien) op 21/42-ste seconde - als het schijfje blijkbaar (in het donker, als de stroboscoop uit is) een halve omwenteling heeft gemaakt.
Denk nu eens verder...

Laten we even een makkelijker getal pakken, een belichtingsfrequentie van 10 Hz. 
Frequentie, dat is het aantal zich herhalende bewegingen in één seconde. 

10 Hz, dat betekent dat de stroboscoop 10 x in een seconde een flitsje geeft.
Tijd tussen twee flitsjes (trillingstijd) dus 0,1 s. 

Op die schijf staat één stipje, maar we zien, terwijl de schijf draait onder dat flitslicht, er twee.

In 0,1 s draait die schijf dus een half rondje. In 0,2 s een heel rondje (stip is op de eerste plek weer zichtbaar), in 0,3 s anderhalf rondje, enz. 

Al met al blijkt de schijf in één seconde dus 5 x rond te kunnen. Frequentie van de schijf dus 5 Hz. 

Voor elke herhalende beweging van de flits dus een halve herhalende beweging van dat wiel. 

Pas die laatste conclusie dan toe op dat lastiger getal van 42 Hz, dat nu het sommetje niet meer lastiger maakt....

Groet, Jan