Drukverandering bij spreiding over 2 vaten

elwin stelde deze vraag op 17 mei 2020 om 22:43.

 De laatste voor vandaag.
In vat A zit lucht met een druk van 6 bar en een volume van 10 Liter.
In vat B zit lucht met een druk van 4 bar en een volume van 40 Liter.
De Temp. is in alle 2 de vaten gelijk. Midden in de 2 vaten zit een kraan. De kraan is gesloten. Als we de kraan open draaien wat wordt dan de druk als de Temp constant blijft?

Reacties

Theo de Klerk op 17 mei 2020 om 23:00
>De laatste voor vandaag.

En daarna ga je eens proberen eerst het boek te snappen?

Je doet bij beide vaten met gas alsof 1 vat met een gas is gevuld en het andere leeg.
Hoe verspreidt het gas zich over beide vaten als ze verbonden worden? Welke druk is er dan?
Doe hetzelfde voor het andere gas. Welke druk heeft het verdeeld over 2 vaten?

De druk van beide gassen samen is de druk van het mengsel.
elwin op 17 mei 2020 om 23:02
Meneer Theo kunt u mij iets meer op weg helpen?
De formules...
Theo de Klerk op 17 mei 2020 om 23:46
Nee, hier moet je verder zelf uit kunnen komen. Dit forum is niet bedoeld om alles letterlijk voor te kauwen maar je in de goede richting te zetten. Dus denk eens na.
Er is maar 1 formule nodig: de gaswet pV = nRT
elwin op 18 mei 2020 om 00:20
Beste Theo Ik denk het volgende...

Druk totaal van het mengsel = druk van vat 1 + druk van vat 2

Alles moet in pascal en V het volume in m3.

P*V                          +  P*V
600000* (10/1000)   +  400000*(40/1000)
P =22000 pa

klot dit?
Theo de Klerk op 18 mei 2020 om 01:08
Nee. Pas gewoon wet van Boyle toe (pV = nRT met T constant, dus pV = constant) op het ene vat als volume en dan met beide vaten als volume.

Gegeven: 
p1 = 6  bar     V1 = 10 liter
p2 = 4  bar     V2 = 40 liter
V = V1 + V2

Met deze gegevens is het uitrekenen een peuleschil. 

Gas 1:
p1V1 = 6 x 10 = 60   (gebruik van bar en liters mag - als je dat met alle formulegebruik maar doet omdat de berekende constante die eenheden bevat)
p2V = p2 x (10+40) = 50 p2  = zelfde constante = 60
p2 = 60/50 bar

Gas 2:
p1V1 = 4 x 40 = 160
p2V = p2 x (10+40) = 50 p2 = 160
p2 = 160/50 bar

p = p1+p2 = (60 + 160)/50 = 220/50 = 4,4 bar

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft acht appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)