Lees je eerste klas wiskundeboek algebra nog eens door en zie hoe je
a = bc/d omschrijft naar b = ad/c
In jouw geval is het nog simpeler:
10 = b 5/4 Wat is b? Gebruik de "balansmethode", d.w.z. doe aan beide kanten van het gelijkteken hetzelfde - dan verandert dat de situatie niet.
Dus maal 4:
40 = b 5
Delen door 5:
8 = b
Antwoord gevonden. Zo werkt het met jouw getallen ook. Al zijn die niet "makkelijk" zoals "4" of "5" maar een reeel getal. Rekenmachine helpt dan.
En diverse eerdere posts in dit forum die allemaal met die specifieke formule te maken hebben (blijkbaar nogal ingewikkeld voor velen)
bijv
https://www.natuurkunde.nl/vraagbaak/55633