Wet van Lenz

Kees stelde deze vraag op 03 april 2020 om 11:54.

 Hallo,

Ik volg een online cursus voor natuurkunde en ik snap de uitwerking van een vraag niet:



Er wordt bij situatie (1) gezegd dat er een tegenflux naar boven ontstaat. Als ik echter de 2e rechterhand regel gebruik en m'n duim naar boven wijs, dan zie ik dat de stroom van P naar Q moet lopen, terwijl in het antwoord staat dat de stroom van Q naar P loopt.

Zou iemand dit kunnen verklaren?
Alvast heel erg bedankt.

Reacties

Theo de Klerk op 03 april 2020 om 12:22
Geen idee wat "2e rechterhandregel" (of welke dan ook) inhoudt - er zijn ezelsbruggetjes en weetfeitjes. Elke methode geeft ze dan weer nummertjes die op zich niks betekenen. Net zoiets als "eerste constructiestraal" bij lenzen. Er zijn er drie. Nummer ze maar!

Bij draaien van 1 naar 2 neemt de sterkte van het zuidpool-veld in de spoel a.g.v. de magneet toe. De inductiestroom die gaat lopen veroorzaakt een noordpool aldaar in de spoel. Om dat te kunnen moet de (inductie)stroom door de spoel van Q naar P lopen.
Zoals in andere methoden de linkerhandregel aangeeft (vingers richting van de stroom, duim de noordpoolrichting).
Kees op 05 april 2020 om 21:08
Hoi Theo,

Excuus voor de late reactie maar bedankt!

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)