Theo de Klerk plaatste:
Neem een vaste kracht die het autootje een zet geeft (een losschietende gespannen veer bijvoorbeeld) en kijk hoever het autootje komt bij verschillende massa's.
De versnelling neemt trouwens af bij toenemende massa, omdat F = ma
Gelijke kracht: toenemende massa, afnemende versnelling m ∝ 1/a
Gelijke afstand: toenemende massa, toenemende kracht F ∝ m
Ja, dat laatste is wat ik zoek! Het is een autootje die doormiddel van een vallende baksteen kan rollen. Nu voegen we bij het autootje steeds meer gewichtjes toe, waardoor de afstand steeds lager wordt. Wij onderzoeken of er een verband tussen de versnelling en de variërende massa zit. Zoja, wat het verband is. Naar welke formules moet ik dan kijken? En hoe moet ik het benaderen?
Bedankt!