Eva
stelde deze vraag op
21 februari 2020 om 10:28.
Hoi voor natuurkunde 6v ben ik bezig met de lorentzkracht berekenen van een motortje. Dit moet als het goed is met behulp van de momentenwet van twee tandwielen die we nodig hebben om de ventilator te laten draaien. De stappen die we denken dat we moeten maken zijn: F1 × arm1 =F2 ×arm2
ik zie in de link alleen maar twee in elkaar grijpende tandraderen. Voor elk tandrad geldt dat het moment gelijk is aan de straal x de kracht op de rand van het tandwiel (a.g.v. het andere tandwiel). De arm is de straal van het wiel: het is de loodrechte verbinding tussen kracht-aangrijppunt en de draaias.
Bij overbrenging geldt dat datzelfde moment een kracht F levert op elke afstand r van de draaias waarbij F = M/r
Langzaam draaien betekent meestal dat een klein, snel ronddraaiend tandwiel een veel groter en daardoor trager draaiend tandwiel aanstuurt: de overbrenging zegt immers dat n x omwenteling (=omtrek) wiel 1 = 1 omwenteling (=omtrek) wiel 2: