Elektrische velden

Vanessa stelde deze vraag op 04 februari 2020 om 10:33.

Hallo allemaal,

Ik begrijp deze vraag niet:

Leg uit of in deze situatie de analogie tussen de wet van coulomb en de gravitatiewet van Newton nog opgaat.

In de bijlage kan je de situatie zien.

Klopt het dat het nodig is, om deze formules te kunnen toepassen de ladingen in het middelpunt moeten en niet aan de zijkanten ?

Bijlagen:

Reacties

Theo de Klerk op 04 februari 2020 om 10:40
Bij grote afstanden mag je lading of massa in een enkel punt geconcentreerd denken. Op korte afstand moet je rekening houden met de verdeling van massa of lading over de bol. Kleine deeltjes met lading kunnen zich nog over de bol herverdelen. Massadeeltjes kunnen dat meestal niet (een aardbol wordt niet ineens peervormig (en dan niet meer rond - zodat je niet meer zonder moeilijke aanpassingen GMm/r2 kunt gebruiken - als de maan een stuk dichterbij komt)
Vanessa op 04 februari 2020 om 11:27
Bedankt voor u snelle reactie en duidelijke uitleg!

Ik heb alleen nog een vraag, ik begrijp niet hoe ze op het antwoord komen met het tekenen van de resulterende kracht die lading C ondervindt?

Hebben ze dan van die zijden AC en BC van 10 cm, door laten teken tot 5 cm? 





In de bijlage heb ik de opgave en de uitwerking van de opgave.
Theo de Klerk op 04 februari 2020 om 11:53
De lengte van de pijl voor een kracht heeft niets te maken met de afstand tussen A, B en C als je dat soms mocht denken.

Maar de lading in A geeft een kracht op een lading in C. Aangezien het beide positieve ladingen zijn, stoten ze elkaar af. Dus de richting van de kracht ligt langs de AC lijn, wegwijzend van A.  Op dezelfde manier oefent lading B een kracht uit. Omdat de ladingen gelijk groot zijn, is de afstotende kracht in C ook gelijk groot. De richting is langs de lijn BC, weg van B.
Aangezien in 1 punt maar 1 (resulterende) kracht kan werken, moet je de krachten langs AC en BC vectorieel optellen. Dat resulteert in een netto (resulterende) kracht die recht omhoog wijst, loodrecht op AB.

Afhankelijk van de schaal die je gebruikt (bijv. je tekent de kracht door A als 3 cm lang), moet je de kracht door B ook 3 cm lang tekenen - de resultante kun je dan grafisch bepalen.

Met wat wiskunde (met sinus/cosinus van de hoeken bij A en B) kun je de exacte waarde van de beide krachten en de resulterende kracht ook berekenen. Maar dat wordt niet gevraagd zo te zien (uit "Overal Natuurkunde" zo te zien)
Jan op 04 februari 2020 om 12:35

Theo de Klerk plaatste:

Met wat wiskunde (met sinus/cosinus van de hoeken bij A en B) kun je de exacte waarde van de beide krachten en de resulterende kracht ook berekenen. Maar dat wordt niet gevraagd zo te zien (uit "Overal Natuurkunde" zo te zien)
aangezien afstanden en ladingen gegeven zijn, en er gevraagd wordt "op schaal" te tekenen zul je, om er een schaal bij te kunnen vermelden toch wel moeten gaan rekenen lijkt me? 

Groet, Jan
Theo de Klerk op 04 februari 2020 om 13:10
"Op schaal" betekent in elk geval alles in juiste verhouding. Een goede tekening heeft ook de schaal-aanduiding (1 cm staat voor 500 N of zoiets). Maar dat is meer dan "op schaal".



maar de vervolgvragen vragen wel om de berekening:

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zeventien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)