mechanica van curling

Ishana stelde deze vraag op 27 januari 2020 om 18:04.

 
Bij ijscurling wordt aan een zogenaamde steen een beginsnelheid gegeven waarna hij schuivend over het ijs tot stilstand komt. Een bepaalde steen krijgt een beginsnelheid van 2,15 m/s en komt na 23 m tot stilstand. Voor de wrijvingskracht op ijs geldt dat Fw = µ · Fn, met Fn de normaalkracht en µ een constante die van de gladheid van het ijs afhangt.
► Hoe verhoudt zich de (gemiddelde) wrijvingskracht tot de normaalkracht op de steen?

Reacties

Jan van de Velde op 27 januari 2020 om 18:38
dag Ishana,

► Hoe verhoudt zich de (gemiddelde) wrijvingskracht tot de normaalkracht op de steen?

je formule zegt het:

Fw=µ·Fn

dus de verhouding van Fw tot Fn = Fw : Fn = µ

een wrijvingscoëfficiënt (lees: verhoudingsfactor) van 0,5 betekent dus dat de wrijvingskracht de helft zal bedragen van de normaalkracht
 
groet, Jan
Ishana op 04 februari 2020 om 00:35
Maar hoe kan ik hier de verhouding bereken ik snap niet waar ik moet beginnen en welke stappen ik moet zetten
Theo de Klerk op 04 februari 2020 om 02:18
23 m wordt afgelegd voordat de snelheid tot 0 m/s is afgenomen.
Als je met gemiddelden mag werken, dan is deze vertraagde beweging een eenparig vertraagde/versnelde beweging.
Er geldt voor eenparig versnelde beweging:
s(t) = 1/2 at+ v0t + s
met voor bepaalde tijd t een afstand s(t)=23m en v0=2,15 m/s en s0=0 m
Hoe lang duurt t? (als functie van a)
In die tijd geldt ook
v(t) = at + v0  met v0=2,15 m/s en t heb je net bepaald en v(t)=0 m/s
Hoe groot is dus vertraging a?
Fwrijving = ma
Fzwaartekracht=mg=9,81m
Dus μ=ma/(mg)=a/g=a/9,81=...

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)