Zet eerst eens de snelheden om in m/s als je weet dat 1 m/s = 3,6 km/h. Stel a is de gevraagde versnelling, dan weet je in ieder geval dat 200 = v0·t+½at²
en vt = v0+a·t. Omdat a·t in de begin- en de eindsnelheid (in m/s) is uitgedrukt kun je dit in de eerste vergelijking invullen. Je krrijgt dan een vergelijking in t, waaruit je de benodigde tijd t vindt. Omdat je de waarde van a·t kent volgt uit de berekende waarde van t de gevraagde waarde voor a.
wne