a: blijf dit natuurkundig beschouwen

b: wet van behoud van energie: mgh=½mv² . Als h verdubbelt, verdubbelt dan ook v?

Aanvulling bij A:  arbeid = kracht x afstand (evenwijdig aan de kracht)
W = F u cos φ
Hoe zijn F en de verandering in afstand (component evenwijdig aan F) in beide situaties anders?

Bedankt voor de antwoorden!

A: Snap ik nog niet volledig. 
Ik heb de formule W = F.u.cos(alpha)
Dus ik snap niet zo goed waar cos(alpha) en u zich bevinden.

B: v wordt groter met sqrt(2)? 

yep


Je afkorting "u" begrijp  ik niet goed tenzij je veren aan het uitrekken bent met een kracht onder een hoek.

Ik interpreteer hem dan maar even als afgelegde weg. 

en dan zitten die grootheden hier:


De tegenwerkende zwaartekracht, de hoek tussen weg en kracht en de lengte van de helling.

Groet, Jan

Bedankt!
Maar dan is A toch fout? 
Want je legt een langere afstand af? 

Die u is van mij: x, u, s - een pot nat. "Afstand". De "u" kwam nog van een vorige vraag van Henry over veren. En dus "u"itrekking.

Verder gaat het niet om de afstand maar om dat deel van de afstand evenwijdig aan de kracht (vandaar s cos α wat die component weergeeft als α de hoek is tussen s en F)

neem mijn plaatje dan maar eens over en teken er u·cos(α) in...

bedenk, cos(hoek) = aanliggende rechthoekszijde : schuine zijde

Sorry ik ben te veel op details ingegaan waardoor ik niet eens even rekening mee heb gehouden dat die "afstand" evenwijdig moet zijn met de kracht. Zeer bedankt!