Graviton (examen vwo 2018-II-2)

Sara stelde deze vraag op 07 november 2019 om 20:46.
Dit is een examenvraag, waar ik niet uitkom:

In figuur 4 is schematisch een passagier getekend figuur 4 in de Gravitron. De passagier heeft een massa van 71 kg en ligt tegen de schuine wand van de ton.
De Gravitron staat nog stil. Om te begrijpen hoe de krachten werken, gaan we uit van het volgende model:
- De kracht van de vloer op de passagier staat evenwijdig aan de wand.
- De wrijvingskracht stellen we op nul.

Figuur 4 staat vergroot op de uitwerkbijlage. Daarin is de zwaartekracht aangegeven met een vectorpijl. Op de passagier werken nog twee andere krachten.

Construeer de grootte en de richting van die twee andere krachten op de passagier. Laat in de tekening de krachten aangrijpen in punt Z.


Bij ontbinding hiervan zijn de krachten naar boven gericht, omdat ze de tegengestelde Fz hebben genomen. Maar waarom hebben ze dit gedaan?

Reacties

Theo de Klerk op 07 november 2019 om 21:21
De zwaartekracht op de persoon wijst naar beneden. De constructie moet dit opheffen door een even grote kracht omhoog te genereren. Ontbinden langs de wand en loodrecht op de wand geven:
- de normaalkracht die de wand moet leveren als bijdrage om de zwaartekracht op te heffen
- de normaalkracht die de voetplaat moet leveren als bijdrage tegen de zwaartekracht

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft negentien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)