Krachten vraag

Sara stelde deze vraag op 06 november 2019 om 21:50.

 Hallo!

Ik had een vraag op de toets gekregen die ik fout had gemaakt. Toen de docent de vraag had uitgelegd, had hij nog maar 1 minuut over dus hij ging er chaotisch doorheen, waardoor ik de vraag nog niet begrijp...
Zou iemand mij hierbij kunnen helpen?

De vraag luidt: Hoe groot is de spankracht van de touwen op de lamp (het stipje)?



Wat ik heb gedaan is de zwaartekracht naar boven getrokken (ook 390 N). Hierbij is namelijk mijn gedachte dat het horizontale touw niks bijdraagt aan de lamp. Ik heb me dus gefocust op het schuine touw. Hieruit kan ik een loodrechte lijn op de punt van de pijl tekenen, waardoor ik weet hoelang het touw is. Hoe moet ik nu verdergaan?

Reacties

Theo de Klerk op 06 november 2019 om 22:10
De zwaartekracht tegenwerken door een kracht omhoog klopt.
Het horizontale touw kan daar niets voor leveren. Dus de spanning langs het schuine touw moet die vertikale kracht leveren. Maar omdat dat touw schuin staat is er ook een horizontale component.
Die moet ook worden tegengewerkt, anders beweegt de lamp naar rechts... en daar komt het horizontale touw links om de hoek kijken: die levert precies die tegenkracht.

Sara op 06 november 2019 om 22:18
 Oke dankuwel! Nu is mijn vraag hoe moet je die rode lijn uitrekenen?
Jan van de Velde op 06 november 2019 om 23:15

Sara plaatste:

Ik heb me dus gefocust op het schuine touw. Hieruit kan ik een loodrechte lijn op de punt van de pijl tekenen, waardoor ik weet hoelang het touw is

Geen mens weet uit deze gegevens hoe lang dat touw is. En dat maakt (bij een verondersteld massaloos touw) ook geen fluit uit. 5 cm, of 5 km, de verdeling van de krachten zal precies hetzelfde zijn. 

Je weet uit de lengte van de vectoren in zo'n krachtenschets wèl hoe groot je krachten zijn. 1 cm komt overeen met 130 N.

groet, Jan
Theo de Klerk op 07 november 2019 om 01:19
>hoe moet je die rode lijn uitrekenen

Je begint met de vertikale component (want die moet in lengte gelijk zijn aan het gewicht). Van daaruit trek je een horizontale lijn tot die het touw snijdt (eventueel moet het touw denkbeeldig verlengd worden - dat hangt van je gebruikte schaal af).
Dan heb je de echte spanningskracht gevonden die langs het touw werkt.
De horizontale component ervan kun je dan weer simpel vinden door een vertikale lijn naar beneden.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)