Dynamica

Henry stelde deze vraag op 02 november 2019 om 15:11.

Dezelfde soort oefening met enkel 2 blokjes kan ik wel oplossen, maar nu dat er een derde blok erbij is, kan ik het niet meer.
Ik maakte gebruik van de formule( stel je voor dat er in deze oefening blok C niet aanwezig was):
 g.mA=a.(mA+mB)
en zo kan ik de versnelling en spankracht berekenen.
Eigenlijk snap ik ook niet wat hier met spankracht bedoeld wordt( kan iemand dit ook uitleggen alstublieft)? 
Maar als blok C erbij komt, dan kan ik de oefening niet meer oplossen. Graag had ik hulp gekregen bij deze opgave.
Alvast bedankt

Reacties

Henry op 02 november 2019 om 15:12
Theo de Klerk op 02 november 2019 om 16:19
Doe net alsof je een situatie hebt met alleen A en B en eentje met B en C.
Reken in elk van de gevallen de (span)kracht uit die op B wordt uitgeoefend.
Tel die twee krachten (A op B en C op B) vectorieel op en je weet welke kant B op schuift. En met welke versnelling (a = F/m)
Henry op 02 november 2019 om 16:35
Bedankt! En wat wordt hier met spankracht bedoeld eigenlijk? 
Jan van de Velde op 02 november 2019 om 16:47
de krachten die de touwstukken uitoefenen op de blokken waaraan ze zijn bevestigd
Henry op 02 november 2019 om 17:26
Bedankt! Dit is mijn uitwerking. Klopt het volgens u? Bedankt

Jan van de Velde op 02 november 2019 om 17:42
dag Henry,

a) klopt wel, al kom ik afgerond rekenend op 2,2 m/s²

b) klopt niet. Touwdeel BC moet blok C versnellen, én omhoog houden tegen de zwaartekracht in. Touwdeel AB moet dat ook doen, én nog eens blok B versnellen.

Groet, Jan
Henry op 02 november 2019 om 17:50

Jan van de Velde plaatste:

b) klopt niet. Touwdeel BC moet blok C versnellen, én omhoog houden tegen de zwaartekracht in. Touwdeel AB moet dat ook doen, én nog eens blok B versnellen.

Groet, Jan
Bedankt! Maar ik snap b echt niet. Kunt u alstublieft nog eens uitleggen? 
Jan van de Velde op 03 november 2019 om 11:42

Jan van de Velde plaatste:

dag Henry,

a) klopt wel, al kom ik afgerond rekenend op 2,2 m/s²

Omdat Henry dicht bij het juiste antwoord kwam nam ik klakkeloos aan dat een kwestie van tusentijdse afronding was en de rest ook wel juist zou zijn, maar bij nader inzien is dat niet zo. 
De krachten worden correct berekend: aan de ene kant 3 x 9,81 N= 29,43 N, aan de andere kant 1 x 9,81 = 9,81 N 

Maar dan doet Henry nèt alsof de ene kracht 8 kg versnelt (29,43/8= 3,68 m/s²) , en de andere kracht 6 kg versnelt (9,81/6=1,64 m/s²) , en berekent hij daarna de resultante versnelling (3,68-1,64 = 2,04 m/s²) . 
maar dat klopt niet: beide krachten zullen 9 kg, de totale massa in het systeem, moeten versnellen

dus geldt zoals Theo zei 
Theo de Klerk op 03 november 2019 om 23:34
Of simpel (met g = 10 N/kg ipv 9,81 N/kg) 
Systeem A-B: A trekt met  3 x 10 = 30 N
Systeem B-C: C trekt met 1 x 10 = 10 N (de andere kant op dan AB)
Netto kracht 30 - 10 = 20 N naar A toe
Alle massa's bewegen met die kracht (touwen blijven gespannen):
a = F/m = 20 / (1+3+5) = 20/9 = 2,2 m/s2

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft achttien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)